88. wijst erop dat de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en van het Handvest van de grondrechten, evenals de toenemende verwachtingen van de burgers en het maatschappelijk middenveld – zoals is aangetoond met het mislukken van ACTA en de spionageschandalen – nopen tot versterking en uitbreiding van de democratische en institutionele transparantie en openheid in de EU, met name in haar instellingen, organen, bureaus, agentschappen en in haar lidstaten; is van oordeel dat transparantie en openheid hoofdbeginselen zijn die verder moeten worden versterkt en bevorderd teneinde te zorgen voor goed bestuur en volledige deelname van het maatschappelijk middenveld aan het besluitvormingsproces van de EU;
88. betont, dass das Inkrafttreten des Vertrags von Lissabon und der Charta der Grundrechte sowie die steigenden Erwartungen der Bürger und der Zivilgesellschaft – wie das Scheitern von ACTA und der Überwachungsskandal gezeigt haben – eine Stärkung und Erhöhung der demokratischen und institutionellen Transparenz und Offenheit in der EU, insbesondere in ihren Organen, Einrichtungen und sonstigen Stellen, und in ihren Mitgliedstaaten erforderlich machen; vertritt die Auffassung, dass Transparenz und Offenheit wichtige Grundsätze sind, die weiter gestärkt und gefördert werden müssen, um eine gute Regierungsführung und die vollständige Beteiligung der Zivilgesellschaft am Entscheidungsprozess in der EU sicherzustellen;