Bovendien heeft het Hof, in het arrest nr. 13/97 van 18 maart 1997, geoordeeld dat de dertigjarige verjaring, ingesteld bij artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek, gewoon een regel van residuaire aard is, veeleer dan de wettelijke uitdrukking van hetgeen het algemeen belang in de meeste gevallen vereist.
Ausserdem habe der Hof in seinem Urteil Nr. 13/97 vom 18. März 1997 geurteilt, dass die durch Artikel 2262 des Zivilgesetzbuches eingeführte dreissigjährige Verjährungsfrist eher eine einfache Restregel geworden sei als gesetzlicher Ausdruck dessen, was das Allgemeininteresse in den meisten Fällen erfordere.