Overwegende dat een redelijke termijn moet worde
n vastgesteld om de lidstaten en de belanghebbende partijen in staat te stellen zich, vóór de opneming, aan te passen aan de nieuwe eisen die uit de opneming zullen voortvloeien; dat de lidstaten bovendien een redelijke termijn moeten krijgen om, na de opneming, de richtlijn ten uitvoer te leggen en inzonderheid om, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, bestaande toelatingen te wijzigen of in te trekken of ni
euwe toelatingen te verlenen; dat een langere termijn moet worden toegestaan vo
...[+++]or de indiening van het volledige in bijlage III bedoelde dossier voor ieder gewasbeschermingsmiddel en de beoordeling ervan overeenkomstig de in bijlage VI bij de richtlijn neergelegde uniforme beginselen; dat voor gewasbeschermingsmiddelen die verschillende werkzame stoffen bevatten, de volledige beoordeling op basis van de uniforme beginselen echter slechts kan worden uitgevoerd wanneer alle betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij de richtlijn zijn opgenomen;