4. verzoekt de lidstaten en de bevoegde instanties om gezondheidsbevordering een prominente plaats te geven in de onderwijsprogramma's van de scholen en kleuterscholen door specifieke vormen van lichaamsbeweging die geschikt zijn voor kleuters, aan te moedigen en clubs en verenigingen bewust te maken van de noodzaak om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat kinderen op een zo jong mogelijke leeftijd kunnen beginnen met lichamelijke oefening, om zo hun ontwikkeling en gezondheid te bevorderen, en lichamelijke opvoed
ing voortaan in het leerplan een status te geven die aangepast is aan het profiel van de onderwijsinstelling en het studieniveau;
...[+++]
4. fordert die Mitgliedstaaten und die zuständigen Behörden auf, der Gesundheitsförderung einen besonderen Stellenwert im pädagogischen Programm der Schulen und der Vorschulen einzuräumen, indem eine altersgerechte körperliche Betätigung gefördert und Vereine und Verbände stärker sensibilisiert werden, damit sich beispielsweise die Kinder so früh wie möglich sportlich betätigen können, was ihrer Bildung und Gesundheit zugutekommt, so dass dem Sportunterricht ein dem Profil der Einrichtung und dem jeweiligen Ausbildungsniveau entsprechender Stellenwert eingeräumt wird;