2. Er is echter geen erkenningsverlies als de ontstentenis van één van de drie overblijvende leden te wijten is aan overmacht, of als de betrokkene de landbouwactiviteit stopzet onder de voorwaarden die bepaald zijn bij het communautaire stelsel van vervroegd pensioen, zoals bedoeld in Verordening EEG/2079/92, of als de betrokkene de landbouwactiviteit stopzet en de overnemer lid wordt van de groepering.
2. Scheidet jedoch eines von drei Mitgliedern aus höherer Gewalt aus, oder beendet der Betreffende die landwirtschaftliche Erwerbstätigkeit unter den durch eine gemeinschaftliche Vorruhestandsregelung vorgesehenen Bedingungen gemäss der Verordnung EWG/2079/92 oder aber beendet der Betreffende die landwirtschaftliche Erwerbstätigkeit und sein Nachfolger tritt dem Verband bei, bleibt die Anerkennung bestehen.