1. De lidstaten bepalen dat iedere natuurlijke of rechtspersoon of dergelijke in onderlinge overeenstemming handelende personen (hierna „kandidaat-verwerver” genoemd), die besloten hebben om rechtstreeks of middellijk een gekwalificeerd
e deelneming in een kredietinstelling te verwerven dan wel rechtstreeks of middellijk een dergelijke gekwalificeerde deelneming verder te vergroten, waardoor het percentage van de gehouden stemrechten of aandelen in het kapitaal 20 %, 30 % of 50 % bereikt of overschrijdt dan wel de kredietinstelling hun dochteronderneming wordt (hierna „voorgenomen verwerving” genoemd), de bevoegde autoriteiten van de kred
...[+++]ietinstelling waarin zij een gekwalificeerde deelneming willen verwerven dan wel vergroten, daarvan vooraf schriftelijk kennis moeten geven onder vermelding van de omvang van de beoogde deelneming en de relevante in artikel 19 bis, lid 4, bedoelde relevante informatie.