Vertaling van "krachtens artikel 6bis " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Groep van deskundigen krachtens artikel 37
Sachverständigengruppe gemäss Artikel 37

behoudens de krachtens artikel 136 vastgestelde bijzondere bepalingen
soweit auf Grund des Artikels 136 nicht Sonderregelungen getroffen werden

krachtens artikel 53 daarvoor in aanmerking komend land
gemaess Artikel 53 in Betracht kommendes Land

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De distributienetbeheerder ontvangt de aanvragen om in aanmerking te komen voor de productieondersteuning bedoeld in artikel 37 van het decreet, behandelt ze en stort de aanvrager het bedrag dat overeenstemt met die ondersteuning, in voorkomend geval verhoogd met de aanvullende premie, met inachtneming van de modaliteiten en de voorwaarden bepaald in het besluit van de Waalse Regering 30 november 2006 betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling en volgens de procedure aangenomen krachtens artikel 6bis, lid 4, van hetzelfde besluit" .
24nonies - Der Betreiber des Verteilernetzes empfängt die Anträge, die darauf abzielen, die in Artikel 37 des Dekrets genannte Produktionsunterstützung in Anspruch zu nehmen, untersucht sie, und überweist dem Antragsteller den Betrag, der dieser Unterstützung entspricht, dem gegebenenfalls die zusätzliche Prämie beigefügt wird, unter Einhaltung der Modalitäten und Bedingungen, die im Erlass der Wallonischen Regierung vom 30. November 2006 über die Förderung des mittels erneuerbarer Energiequellen oder Kraft/Wärme-Kopplung erzeugten Stroms bestimmt sind, und nach dem kraft Artikel 6bis, Abs. 4 desselben Erlasses angenommenen Verfahren" .

Krachtens artikel 6bis, § 2, 4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 « behoudt » de federale overheid haar bevoegdheid ten aanzien van de onderzoeksactiviteiten en de activiteiten van openbare dienstverlening van het Algemeen Rijksarchief, waarbij wordt gepreciseerd dat « er zal naar gestreefd worden dat de onderzoeksactiviteiten van deze Federale Wetenschappelijke Instellingen ter ondersteuning van hun taak van openbare dienstverlening in samenwerking met universitaire onderzoekscentra blijven doorgaan » (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 558/1, pp. 30-32).
Aufgrund von Artikel 6bis § 2 Nr. 4 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 « behält » die Föderalbehörde ihre Zuständigkeit für die Forschungstätigkeit und die Tätigkeit als öffentlicher Dienst des Allgemeinen Staatsarchivs, wobei präzisiert wird, dass « die Bemühungen zur Sicherung der Kontinuität der Forschungstätigkeiten dieser föderalen wissenschaftlichen Einrichtungen, zur Unterstützung ihres Auftrags als öffentlicher Dienst und in Zusammenarbeit mit den Forschungszentren der Universitäten fortgesetzt werden » (Parl. Dok., Senat, 1992-1993, Nr. 558/1, SS. 30-32).

Art. 15. Artikel 6bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 22 december 2009, wordt aangevuld met volgend lid : « In afwijking van het eerste lid, voor de overtredingen bedoeld in artikel D.406 van Boek II van het Leefmilieuwetboek, dat het Waterwetboek vormt, is de in artikel D.12bis van hetzelfde decreet bedoelde ambtenaar de sanctionerend ambtenaar aangewezen krachtens Boek I van het Leefmilieuwetboek».
Art. 15 - Artikel 6bis desselben Erlasses, eingefügt durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 22. Dezember 2009, wird um einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: « In Abweichung von Absatz 1 ist der in Artikel D.12bis desselben Dekrets erwähnte Beamte für die in Artikel D.406 des Buches II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch bildet, erwähnten Verstöße der aufgrund des Buches I des Umweltgesetzbuches ernannte sanktionierende Beamte».

Art. 37. Na de herstelling van een « CET » waarborgt de exploitant het nabeheer voor de hele duur die de technisch ambtenaar nodig acht tot de beslissing die hij zal nemen krachtens artikel 55, § 6bis , vierde lid, van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
Art. 37 - Nach der Wiederinstandsetzung eines technischen Vergrabungszentrums ist der Betreiber verpflichtet, dessen Nachbewirtschaftung zu gewährleisten während einer Dauer, die der technische Beamte als notwendig erachtet bis er auf der Grundlage von Artikel 55, § 6bis, Absatz 4 des Dekrets vom 11. März 1999 über die Umweltgenehmigung einen Beschluss fasst.

« Schendt artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering de regels die zijn vastgesteld bij de artikelen 6 en 6bis (thans 10 en 11) van de Belgische Grondwet en bij artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden in zoverre het, buiten het geval bedoeld in artikel 539 van hetzelfde Wetboek, de verdachte niet toestaat beroep in te stellen tegen een beslissing van de raadkamer waarbij hij naar de correctionele rechtbank wordt verwezen, terwijl een beroep tegen de beslissingen van de raadkamer die krachtens de artikelen 128, 129 en 130 van hetzelfde Wetboek zijn genomen, zowel voor de burgerlijke partij als voor de openbare partij mogelijk is, en terwijl dat beroep met name wordt ingesteld ten gevolge van de weigering van de raadkamer om aan de verdachte het voordeel te verlenen van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling, een maatregel die, indien hij door het onderzoeksgerecht zou worden bevolen, een einde zou maken aan de strafvordering in geval van niet-herroeping ?
« Verstösst Artikel 135 des Strafprozessgesetzbuches gegen die durch die Artikel 6 und 6bis (jetzt 10 und 11) der belgischen Verfassung und durch Artikel 6 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten festgelegten Vorschriften, soweit er ausser in dem Fall, auf den sich Artikel 539 desselben Gesetzbuches bezieht, es dem Beschuldigten nicht ermöglicht, ein Rechtsmittel gegen eine Entscheidung der Ratskammer, durch welche er an das Strafgericht verwiesen worden ist, einzulegen, während ein Rechtsmittel gegen die aufgrund der Artikel 128, 129 und 130 desselben Gesetzbuches getroffenen Entscheidungen der Ratskammer sowohl der Zivilpartei als auch der Staatsanwaltschaft offensteht und während dieses Rechtsmittel namentlich infolge der Weigerung der Ratskammer, dem Beschuldigten den Vorteil der Aussetzung der Verkündung der Verurteilung zu gewähren, eingelegt wird, wobei diese Massnahme, wenn sie vom Untersuchungsgericht angeordnet werden würde, die Strafverfolgung bei nichtvorhandenem Widerruf beenden würde?

« Schendt artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering de regels die zijn vastgesteld bij de artikelen 6 en 6bis (thans 10 en 11) van de Belgische Grondwet en bij artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden in zoverre het, buiten het geval bedoeld in artikel 539 van hetzelfde Wetboek, die verdachte niet toestaat beroep in te stellen tegen een beslissing van de raadkamer waarbij hij naar de correctionele rechtbank wordt verwezen, terwijl een beroep tegen de beslissingen van de raadkamer die krachtens de artikelen 128, 129 en 130 van hetzelfde Wetboek zijn genomen, zowel voor de burgerlijke partij als voor de openbare partij mogelijk is, en terwijl dat beroep met name wordt ingesteld ten gevolge van de weigering van de raadkamer om aan de verdachte het voordeel te verlenen van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling, een maatregel die, indien hij door het onderzoeksgerecht zou worden bevolen, een einde zou maken aan de strafvordering in geval van niet-herroeping ?
« Verstösst Artikel 135 des Strafprozessgesetzbuches gegen die durch die Artikel 6 und 6bis (jetzt 10 und 11) der belgischen Verfassung und durch Artikel 6 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten festgelegten Vorschriften, soweit er ausser in dem Fall, auf den sich Artikel 539 desselben Gesetzbuches bezieht, es dem Beschuldigten nicht ermöglicht, ein Rechtsmittel gegen eine Entscheidung der Ratskammer, durch welche er an das Strafgericht verwiesen worden ist, einzulegen, während ein Rechtsmittel gegen die aufgrund der Artikel 128, 129 und 130 desselben Gesetzbuches getroffenen Entscheidungen der Ratskammer sowohl der Zivilpartei als auch der Staatsanwaltschaft offensteht und während dieses Rechtsmittel infolge der Weigerung der Ratskammer, dem Beschuldigten den Vorteil der Aussetzung der Verkündung der Verurteilung zu gewähren, eingelegt wird, wobei diese Massnahme, wenn sie vom Untersuchungsgericht angeordnet werden würde, die Strafverfolgung bei nichtvorhandenem Widerruf beenden würde?