Door de gegevensbeschermingsregels van een derde land goed te keuren, geeft de EU een belangrijke motie van vertrouwen in zijn regelgevingskader in het algemeen, waardoor de doorgifte van persoonsgegevens wordt vergemakkelijkt en het handelsverkeer tussen de EU en dat land wordt bevorderd.
Durch die Anerkennung der Angemessenheit der Datenschutzvorschriften eines Drittlands bringt die EU ihr Vertrauen in den betreffenden Rechtsrahmen zum Ausdruck. Personenbezogene Daten können so leichter übermittelt werden und der Handel erhält neue Impulse.