Vertaling van "inzake het vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden beoogt " (Nederlands → Duits) :

Het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden beoogt onder meer inzake « allochtonen », zoals gedefinieerd in artikel 2, 1°, en waartoe de eerste verzoekende partij behoort, de voorwaarden te creëren opdat « de etnisch-culturele minderheden die zich legaal in het Nederlandse taalgebied en in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad bevinden, als volwaardige burgers kunnen deelnemen aan de Vlaamse samenleving » (artikel 3, 1°).
Das Dekret vom 28. April 1998 über die flämische Politik hinsichtlich der ethnisch-kulturellen Minderheiten zielt - unter anderem in bezug auf die « Allochthonen », so wie diese Kategorie in Artikel 2 1° definiert ist und zu der die erste klagende Partei gehört - darauf ab, die Voraussetzungen zu schaffen, damit die « ethnisch-kulturellen Minderheiten, die sich legal im niederländischen Sprachgebiet und im zweisprachigen Gebiet Brüssel-Hauptstadt aufhalten, als vollwertige Bürger an der flämischen Gesellschaft teilnehmen können » (Artikel 3 1°).

Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden beoogt, door middel van het instellen van drie ondersteuningscentra, één Vlaams overlegcentrum, provinciale integratiecentra en ten slotte lokale integratiediensten en steunpunten, waarvan de oprichting en de werking is geregeld,
Das Dekret der Flämischen Gemeinschaft vom 28. April 1998 über die flämische Politik hinsichtlich der ethnisch-kulturellen Minderheiten sieht vor, durch Einrichtung von drei Unterstützungszentren, einem flämischen Konzertierungszentrum, provinzialen Integrationszentren und schliesslich örtlichen Integrationsdienststellen und Aussenstellen, deren Schaffung und Arbeitsweise geregelt wird,

Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 november 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 november 1998, hebben K. Möller, wonende te 2000 Antwerpen, Noordschippersdok 25, F. Dewinter, wonende te 2180 Ekeren, Klaverveldenlaan 1, J. Ceder, wonende te 1700 Dilbeek, Populierenlaan 25, en B. Laeremans, wonende te 1851 Humbeek, Achterstraat 8, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 juni 1998).
Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 10. November 1998 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 12. November 1998 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben K. Möller, wohnhaft in 2000 Antwerpen, Noordschippersdok 25, F. Dewinter, wohnhaft in 2180 Ekeren, Klaverveldenlaan 1, J. Ceder, wohnhaft in 1700 Dilbeek, Populierenlaan 25, und B. Laeremans, wohnhaft in 1851 Humbeek, Achterstraat 8, Klage auf Nichtigerklärung des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 28. April 1998 über die flämische Politik hinsichtlich der ethnisch-kulturellen Minderheiten (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 19. Juni 1998).

In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden, ingesteld door K. Möller en anderen.
In Sachen: Klage auf Nichtigerklärung des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 28. April 1998 über die flämische Politik hinsichtlich der ethnisch-kulturellen Minderheiten, erhoben von K. Möller und anderen.

Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 10 november 1998 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 november 1998, hebben K. Möller, wonende te 2000 Antwerpen, Noordschippersdok 25, F. Dewinter, wonende te 2180 Ekeren, Klaverveldenlaan 1, J. Ceder, wonende te 1700 Dilbeek, Populierenlaan 25, en B. Laeremans, wonende te 1851 Humbeek, Achterstraat 8, beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 19 juni 1998), wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 10. November 1998 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 12. November 1998 in der Kanzlei eingegangen ist, erhoben K. Möller, wohnhaft in 2000 Antwerpen, Noordschippersdok 25, F. Dewinter, wohnhaft in 2180 Ekeren, Klaverveldenlaan 1, J. Ceder, wohnhaft in 1700 Dilbeek, Populierenlaan 25, und B. Laeremans, wohnhaft in 1851 Humbeek, Achterstraat 8, Klage auf Nichtigerklärung des Dekrets der Flämischen Gemeinschaft vom 28. April 1998 über die flämische Politik hinsichtlich der ethnisch-kulturellen Minderheiten, (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 19. Juni 1998), wegen Verstosses gegen die durch die Verfassung oder kraft derselben zur Bestimmung der jeweiligen Zuständigkeiten von Staat, Gemeinschaften und Regionen festgelegten Vorschriften und gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

54. dringt aan op meer inspanningen om onbeperkt kwaliteitsonderwijs in minderheidstalen op nationaal en provinciaal niveau te verzekeren, hetgeen noodzakelijk is voor de bescherming van de etnische en culturele identiteit, een recht dat reeds gewaarborgd is via grondwettelijke middelen alsook door de federale wet van 2002 inzake de bescherming van rechten en vrijheden van nationale minderheden, en overeenstemt met de richtsnoeren in de kaderovereenkomst voor de bescherming van nationale minderheden, en met name alle noodzakelijke tekstboeken en andere leermiddelen te verschaffen; juicht in dit verband de opening toe van de tweetalige universitaire faculteit in Bujanovac, voor zowel studenten van Albanese als van Servische etnische afkomst; moedigt Servië aan om dit model waar mogelijk ook te gebruiken voor beleid ten aanzien van andere minderheden; moedigt beide minderheden en de Servische meerderheid aan om elkaars talen te leren voor een beter wederzijds begrip; onderstreept dat de culturele diversiteit van etnische minderheden moet worden geëerbiedigd door een ongehinderde verspreiding van culturele centra mogelijk te maken, alsmede elektronische media en pers en bibliotheken die adequaat in de culturele behoeften van deze gemeenschappen voorzien;
54. fordert verstärkte Anstrengungen, um einen uneingeschränkten, qualitativ hochwertigen Unterricht in den Minderheitensprachen auf staatlicher und Provinzebene und insbesondere die Ausstattung mit allen erforderlichen Schulbüchern und sonstigen Unterrichtsmaterialien sicherzustellen, was zur Wahrung der ethnischen und kulturellen Identität erforderlich ist, ein Recht, das bereits in der Verfassung sowie durch das Bundesgesetz zum Schutz der Rechte und Freiheiten nationaler Minderheiten von 2002 verankert ist und im Einklang mit den im Rahmenabkommen zum Schutz nationaler Minderheiten enthaltenen Leitlinien steht; begrüßt daher die Eröffnung der zweisprachigen Fakultät in Bujanovac, an der sich sowohl Studenten der albanischen als auch der serbischen Volksgruppe einschreiben können; fordert Serbien auf, diese Politik gegebenenfalls auch auf andere Minderheiten zu übertragen; fordert beide Minderheiten und die serbische Bevölkerungsmehrheit auf, im Interesse eines besseren Verständnisses die Sprache des jeweils anderen zu lernen; betont, dass die kulturelle Vielfalt ethnischer Minderheiten geachtet werden muss, indem die ungehinderte Verbreitung von Kulturzentren, elektronischen und konventionellen Medien sowie Büchereien gestattet wird, die auf die kulturellen Bedürfnisse dieser Volksgruppen angemessen eingehen;

52. dringt aan op meer inspanningen om onbeperkt kwaliteitsonderwijs in minderheidstalen op nationaal en provinciaal niveau te verzekeren, hetgeen noodzakelijk is voor de bescherming van de etnische en culturele identiteit, een recht dat reeds gewaarborgd is via grondwettelijke middelen alsook door de federale wet van 2002 inzake de bescherming van rechten en vrijheden van nationale minderheden, en overeenstemt met de richtsnoeren in de kaderovereenkomst voor de bescherming van nationale minderheden, en met name alle noodzakelijke tekstboeken en andere leermiddelen te verschaffen; juicht in dit verband de opening toe van de tweetalige universitaire faculteit in Bujanovac, voor zowel studenten van Albanese als van Servische etnische afkomst; moedigt Servië aan om dit model waar mogelijk ook te gebruiken voor beleid ten aanzien van andere minderheden; moedigt beide minderheden en de Servische meerderheid aan om elkaars talen te leren voor een beter wederzijds begrip; onderstreept dat de culturele diversiteit van etnische minderheden moet worden geëerbiedigd door een ongehinderde verspreiding van culturele centra mogelijk te maken, alsmede elektronische media en pers en bibliotheken die adequaat in de culturele behoeften van deze gemeenschappen voorzien;
52. fordert verstärkte Anstrengungen, um einen uneingeschränkten, qualitativ hochwertigen Unterricht in den Minderheitensprachen auf staatlicher und Provinzebene und insbesondere die Ausstattung mit allen erforderlichen Schulbüchern und sonstigen Unterrichtsmaterialien sicherzustellen, was zur Wahrung der ethnischen und kulturellen Identität erforderlich ist, ein Recht, das bereits in der Verfassung sowie durch das Bundesgesetz zum Schutz der Rechte und Freiheiten nationaler Minderheiten von 2002 verankert ist und im Einklang mit den im Rahmenabkommen zum Schutz nationaler Minderheiten enthaltenen Leitlinien steht; begrüßt daher die Eröffnung der zweisprachigen Fakultät in Bujanovac, an der sich sowohl Studenten der albanischen als auch der serbischen Volksgruppe einschreiben können; fordert Serbien auf, diese Politik gegebenenfalls auch auf andere Minderheiten zu übertragen; fordert beide Minderheiten und die serbische Bevölkerungsmehrheit auf, im Interesse eines besseren Verständnisses die Sprache des jeweils anderen zu lernen; betont, dass die kulturelle Vielfalt ethnischer Minderheiten geachtet werden muss, indem die ungehinderte Verbreitung von Kulturzentren, elektronischen und konventionellen Medien sowie Büchereien gestattet wird, die auf die kulturellen Bedürfnisse dieser Volksgruppen angemessen eingehen;

74. is verontrust over de stijgende toename van haatdragende en stigmatiserende taal ten aanzien van minderheden en groepen van mensen en over de toenemende invloed ervan in de media en in tal van politieke bewegingen en partijen, wat wordt weerspiegeld op een hoog beleidsniveau en in restrictieve wetgeving; verzoekt de lidstaten passende maatregelen te treffen om de effectieve gelijkheid te bevorderen tussen personen in het economische, sociale, politieke en culturele leven, en ten volle rekening te houden met de specifieke omstandigheden van personen die tot deze minderheden behoren; wijst op de inconsistentie van het beleid ten opzichte van nationale minderheden, en merkt op dat hoewel de bescherming van minderheden deel uitmaakt van de criteria van Kopenhagen, het Gemeenschapsbeleid geen norm bevat inzake minderheidsrechten; beklemtoont dat minderheidsrechten een integraal onderdeel uitmaken van de fundamentele mensenrechten;
74. ist alarmiert über die Zunahme von Hassrede und Stigmatisierung in Bezug auf Minderheiten und bestimmten Personengruppen sowie über den wachsenden Einfluss dieser Erscheinungen in den Medien und in zahlreichen politischen Bewegungen und Parteien, was sich auf höchstem politischen Niveau und in restriktiver Gesetzgebung niederschlägt; fordert die Mitgliedstaaten auf, angemessene Maßnahmen zu ergreifen, um im wirtschaftlichen, sozialen, politischen und kulturellen Leben die tatsächliche Gleichstellung von Menschen zu fördern, wobei die besonderen Bedingungen der Angehörigen dieser Minderheiten in gebührender Weise berücksichtigt werden; weist auf die widersprüchliche Politik in Bezug auf nationale Minderheiten hin; stellt dabei fest, dass der Schutz von Minderheiten zwar Teil der Kopenhagener Kriterien ist, es aber keinen Standard für Minderheitenrechte in der Gemeinschaftspolitik gibt; betont die Tatsache, dass Minderheitenrechte integraler Bestandteil der grundlegenden Menschenrechte sind;

70. is verontrust over de stijgende toename van haatdragende en stigmatiserende taal ten aanzien van minderheden en groepen van mensen en over de toenemende invloed ervan in de media en in tal van politieke bewegingen en partijen, wat wordt weerspiegeld op een hoog beleidsniveau en in restrictieve wetgeving; verzoekt de lidstaten passende maatregelen te treffen om de effectieve gelijkheid te bevorderen tussen personen in het economische, sociale, politieke en culturele leven, en ten volle rekening te houden met de specifieke omstandigheden van personen die tot deze minderheden behoren; wijst op de inconsistentie van het beleid ten opzichte van nationale minderheden, en merkt op dat hoewel de bescherming van minderheden deel uitmaakt van de criteria van Kopenhagen, het Gemeenschapsbeleid geen norm bevat inzake minderheidsrechten; beklemtoont dat minderheidsrechten een integraal onderdeel uitmaken van de fundamentele mensenrechten;
70. ist alarmiert über die Zunahme von Hassrede und Stigmatisierung in Bezug auf Minderheiten und bestimmten Personengruppen sowie über den wachsenden Einfluss dieser Erscheinungen in den Medien und in zahlreichen politischen Bewegungen und Parteien, was sich auf höchstem politischen Niveau und in restriktiver Gesetzgebung niederschlägt; fordert die Mitgliedstaaten auf, angemessene Maßnahmen zu ergreifen, um im wirtschaftlichen, sozialen, politischen und kulturellen Leben die tatsächliche Gleichstellung von Menschen zu fördern, wobei die besonderen Bedingungen der Angehörigen dieser Minderheiten in gebührender Weise berücksichtigt werden; weist auf die widersprüchliche Politik in Bezug auf nationale Minderheiten hin; stellt dabei fest, dass der Schutz von Minderheiten zwar Teil der Kopenhagener Kriterien ist, es aber keinen Standard für Minderheitenrechte in der Gemeinschaftspolitik gibt; betont die Tatsache, dass Minderheitenrechte integraler Bestandteil der grundlegenden Menschenrechte sind;