Met de in het geding zijnde bepaling wilde de wetgever de verjaringstermijnen in de wetgeving inzake de jaarlijkse vakantie van de werknemers afstemmen op die welke gelden voor de werkgeversbijdragen (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1503/018, p. 8).
Durch die fragliche Bestimmung wollte der Gesetzgeber die Verjährungsfristen in der Gesetzgebung über den Jahresurlaub der Lohnempfänger mit denjenigen in Einklang bringen, die für die Arbeitgeberbeiträge gelten (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1503/018, S. 8).