5. is van oordeel dat bij de voorbereiding en onderhandelingen omtrent het Verdrag van Nice evenals eerder al bij het Verdrag van Amsterdam is gebleken dat de mogelijkheden van de louter intergouvernementele methode bij de herziening van de Verdragen zijn uitgeput, hetgeen de regeringen impliciet ook hebben erkend door hun goedkeuring te hechten aan Verklaring nr. 23 (die aan de Slotakte van het Verdrag is gehecht);
5. vertritt die Auffassung, dass bei der Vorbereitung und der Aushandlung des Vertrags von Nizza, wie schon zuvor beim Vertrag von Amsterdam, deutlich geworden ist, dass das Vorgehen zur Revision der Verträge allein auf Regierungsebene an seine Grenzen gestoßen ist, was die Regierungen durch die Verabschiedung der Erklärung 23 (der Schlussakte des Vertrags beigefügt) implizit eingeräumt haben;