(6 bis) Aangezien de daling van de suikerprijs de Europese verbruiker maar voor een gering deel ten goede komt (1,5% voor industriële suiker, die 70% van alle geproduceerde suiker vertegenwoordigt, en 5% voor consumptiesuiker, die 30% van de totale suikerproductie vertegenwoordigt), moeten de referentie- of interventieprijs en d
e minimumprijs voor suikerbiet hoofdzakelijk in functie van de evolutie van de geproduceerde, ingev
oerde en verbruikte hoeveelheden vastgesteld worden, die het evenwicht op de markt van de Gemeenschap verzekere
...[+++]n.
(6a) Nur ein geringer Teil der Zuckerpreissenkung wird den europäischen Verbrauchern zugute kommen (1,5 % für Industriezucker, der 70 % der gesamten Zuckerproduktion ausmacht; 5 % für Zucker für den menschlichen Konsum, der 30 % der gesamten Zuckerproduktion ausmacht); Der Referenz- bzw. Interventionspreis und der Mindestpreis für Zuckerrüben müssen in erster Linie entsprechend der Entwicklung bei den Produktions-, Einfuhr- und Verbrauchsmengen festgelegt werden, um Ausgewogenheit auf dem gemeinschaftlichen Markt zu gewährleisten.