5. stelt ten aanzien van de bepalingen die beperkingen stellen aan de toegestane maaswijdte vast dat de minimummaaswijdte is verhoogd voor de vangst van vis (60 mm in de vorige overeenkomst, 70 mm in het huidige protocol) en de vangst van koppotigen (van 50 naar 70 mm), hetgeen ongetwijfeld een bijdrage zal leveren tot selectievere visserijmethoden;
5. stellt fest, daß die zulässige Maschenöffnung für Fischfänger (70 mm gegenüber 60 mm im früheren Protokoll) und Tintenfischfänger (70 mm gegenüber 50 mm im früheren Protokoll) erhöht wurde, was sich positiv auf die Einschränkung der Fischerei auswirken dürfte;