40. is van mening dat de doeltreffendheid van de EU-bestedingen afhangt van een goed beleid en toezichthoudende en institutionele kaders op alle niveaus;
beklemtoont dat de lidstaten overeenkomstig artikel 310, lid 5, en artikel 317 van het VWEU gehouden zijn tot uitvoering van de begroting volgens het beginsel van goed
financieel beheer; herinnert de lidstaten eraan dat ze wettelijk verplicht zijn erop toe te zien dat de begrotingsmiddelen overeenkomstig dit beginsel worden besteed en dat ze hun deel van de ver
...[+++]antwoordelijkheid op zich moeten nemen om de bestedingen van de EU effectiever te maken; herinnert eraan dat 90% van de fouten die de Rekenkamer heeft ontdekt, zich in de lidstaten heeft voorgedaan, en dat het merendeel van die fouten vermeden had kunnen worden; vraagt de lidstaten nationale betrouwbaarheidsverklaringen af te geven die op het passende politieke niveau ondertekend zijn; 40. ist überzeugt, dass die Wirksamkeit der EU-Ausgaben von soliden politischen, regulatorischen und institutionellen Rahmenwerken auf allen Ebenen abhängt; beste
ht darauf, dass die Mitgliedstaaten gemäß Artikel 310 Absatz 5 und Artikel 317 AEUV den Haushaltsplan entsprechend dem Grundsatz der Wirtschaftlichkeit der Haushaltsführung
ausführen müssen; erinnert die Mitgliedstaaten an ihre rechtliche Verpflichtung, dafür zu sorgen, dass die in den Haushaltsplan eingesetzten Mittel entsprechend diesem
Grundsatz verwendet ...[+++]werden und dass sie ihren Teil der Verantwortlichkeit tragen müssen, um die EU-Finanzierung wirksamer zu gestalten; erinnert daran, dass 90 % der vom Europäischen Rechnungshof aufgedeckten Fehler in den Mitgliedstaaten aufgetreten sind, und dass die Mehrheit dieser Fehler hätte vermieden werden können; fordert alle Mitgliedstaaten nachdrücklich zur Ausstellung nationaler Verwaltungserklärungen auf, die auf der angemessenen politischen Ebene zu unterzeichnen sind;