Duitsland benadrukte dat de deelstaat door het sluiten van de overeenkomst voor marketingdiensten gewoon marketingdiensten had gekocht tegen de marktprijs en stelde dat de marketingovereenkomst geen staatssteun inhield en niet moest worden beoordeeld als een steunmaatregel ten gunste van een luchtvaartmaatschappij op grond van de richtsnoeren luchtvaartsteun van 2005.
Sie betonten, dass das Land durch den Abschluss der Vereinbarung über Marketingdienstleistungen lediglich Marketingdienstleistungen zum Marktpreis erworben habe und dass der Marketingvertrag keine staatliche Beihilfe beinhalte und nicht als Beihilfemaßnahme bewertet werden müsse, die einer Luftverkehrsgesellschaft im Sinne der Luftverkehrsleitlinien von 2005 zugute komme.