In een tweede onderdeel baseren de verzoekende partijen zich op de beperking, tot vijftien dagen, van de termijn waarbinnen, krachtens artikel 57/6/1, laatste lid, de Commissaris-generaal
een beslissing moet nemen, om aan te voeren dat de asielzoekers die onderdaan zijn van een veili
g land van herkomst niet over een voldoende lange termijn beschikken om de elementen aan te brengen di
e, wat hen betreft, toelaten het bij d ...[+++]e bestreden bepaling ingevoerde vermoeden om te keren.
In einem zweiten Teil gehen die klagenden Parteien von der Begrenzung der Frist, innerhalb deren der Generalkommissar aufgrund von Artikel 57/6/1 letzter Absatz eine Entscheidung treffen müsse, auf fünfzehn Tage aus, um anzuführen, dass Asylsuchende aus sicheren Herkunftsländern nicht über eine ausreichend lange Frist verfügten, um Elemente vorzulegen, durch die sich - was sie betrifft - die durch die angefochtene Bestimmung eingeführte Vermutung umkehren lasse.