Traduction de «genoemde richtlijn mogen » (Néerlandais → Allemand) :

Overeenkomstig artikel 371 van voornoemde richtlijn mogen de lidstaten die op 1 januari 1978 vrijstelling verleenden voor de in de lijst van bijlage X, deel B, van voornoemde richtlijn genoemde handelingen deze, onder de in iedere betrokken lidstaat op die datum bestaande voorwaarden, evenwel blijven vrijstellen van de belasting.
Gemäß Artikel 371 der vorerwähnten Richtlinie dürfen Mitgliedstaaten, die am 1. Januar 1978 die im Anhang X Teil B der Richtlinie genannten Umsätze von der Steuer befreit haben, diese jedoch zu den in dem jeweiligen Mitgliedstaat zu dem genannten Zeitpunkt geltenden Bedingungen weiterhin von der Steuer befreien.

De beoordeling of uit derivaten voortvloeiende passiva uit hoofde van artikel 44, lid 3, van Richtlijn 2014/59/EU wel of niet van het instrument van bail-in mogen worden uitgesloten, moet in het kader van het waarderingsproces uit hoofde van artikel 36 van genoemde richtlijn plaatsvinden voordat het beëindigingsbesluit wordt genomen.
Die Bewertung der Frage, ob ein Bail-in durchgeführt oder Derivateverbindlichkeiten vom Bail-in-Anwendungsbereich gemäß Artikel 44 Absatz 3 der Richtlinie 2014/59/EU ausgeschlossen werden, sollte vor der Close-Out-Entscheidung im Rahmen des Bewertungsprozesses gemäß Artikel 36 der genannten Richtlinie erfolgen.

(42) Krachtens Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn mogen lidstaten in de context van de voor beleggingsondernemingen geldende organisatorische eisen verplichtingen opleggen die betrekking hebben op het opnemen of opslaan van telefoongesprekken of elektronische mededelingen die met orders van cliënten verband houden.
(42) Die Richtlinie 2006/73/EG der Kommission vom 10. August 2006 zur Durchführung der Richtlinie 2004/39/EG des Europäischen Parlaments und des Rates in Bezug auf die organisatorischen Anforderungen an Wertpapierfirmen und die Bedingungen für die Ausübung ihrer Tätigkeit sowie in Bezug auf die Definition bestimmter Begriffe für die Zwecke der genannten Richtlinie ermöglicht es den Mitgliedstaaten, im Rahmen der organisatorischen Anforderungen an Wertpapierfirmen die Aufzeichnung von Telefongesprächen oder elektronischen Mitteilungen in Bezug auf Kundenaufträge zu verlangen.

Bij de toepassing van Verordening (EU) 492/2011, Richtlijn 2004/38/EG en de onderhavige richtlijn mogen de lidstaten EU-werknemers en hun familieleden op geen van de in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie genoemde gronden, met inbegrip van seksuele geaardheid, discrimineren.
Bei der Anwendung der Verordnung (EU) Nr. 492/2011, der Richtlinie 2004/38/EG und dieser Richtlinie sollten EU-Arbeitnehmer und deren Familienangehörige in den Mitgliedstaaten nicht aus einem der in Artikel 21 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union genannten Gründe, einschließlich der sexuellen Ausrichtung, diskriminiert werden.

(5 ter) Durfkapitaalfondsbeheerders die in het kader van deze verordening geregistreerd zijn en wier totale vermogen vervolgens aangroeit tot het de in artikel 3, lid 2, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde drempel overschrijdt, en die daardoor in overeenstemming met artikel 6 van Richtlijn 2011/61/EU aan een vergunning van de bevoegde autoriteiten van hun lidstaat van herkomst onderworpen worden, mogen de benaming EuVECA verder blijven gebruiken in verband met het op de markt aanbieden van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen in de Unie, op voorwaarde dat zij met betrekking tot in aanmerking komende durfkapitaalfondsen te allen tijde blijven voldoen aan de vereisten in de genoemde richtlijn en dat zij blijven voldoen aan bepaalde in deze verordening vastgestelde vereisten voor het gebruik van de benaming EuVECA.
(5b) Risikokapitalfonds-Verwalter, die im Sinne dieser Verordnung gemäß Artikel 13 registriert sind, deren Gesamtvermögenswerte über den in Artikel 3 Absatz 2 Buchstabe b der Richtlinie 2011/61/EU genannten Schwellenwert hinausgehen und die daher der Genehmigung der zuständigen Behörden ihres Herkunftsmitgliedstaats gemäß Artikel 6 dieser Richtlinie unterliegen, können jedoch weiterhin die Bezeichnung ’Europäischer Risikokapitalfonds’ in Bezug auf den Vertrieb qualifizierter Risikokapitalfonds in der Union verwenden, sofern sie die Vorgaben dieser Verordnung einhalten und bestimmte Vorgaben für die Verwendung der Bezeichnung ’Europäischer Risikokapitalfonds’ gemäß dieser Verordnung in Bezug auf qualifizierte Risikokapitalfonds weiterhin jederzeit einhalten.

3. Naast de in de leden 1 en 2 van dit artikel genoemde elementen mogen de lidstaten eisen dat in het monitoringplan van installaties aanvullende elementen worden opgenomen die ertoe bijdragen dat deze voldoen aan de eisen van artikel 24, lid 1, van Beschikking 2011/278/EU van de Commissie van 27 april 2011 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad , waaronder een samenvatting van een procedure waarmee het volgende gewaarborgd wordt:
(3) Die Mitgliedstaaten können vorschreiben, dass in das Monitoringkonzept für Anlagen zusätzlich zu den Informationen gemäß den Absätzen 1 und 2 dieses Artikels weitere Informationen aufgenommen werden, um Artikel 24 Absatz 1 des Beschlusses 2011/278/EU der Kommission vom 27. April 2011 zur Festlegung EU-weiter Übergangsvorschriften zur Harmonisierung der kostenlosen Zuteilung von Emissionszertifikaten gemäß Artikel 10a der Richtlinie 2003/87/EG des Europäischen Parlaments und des Rates Genüge zu tun, einschließlich einer Zusammenfassung eines Verfahrens, das gewährleistet, dass

Krachtens artikel 7, lid 2 van genoemde richtlijn mogen de lidstaten een onderscheid maken tussen de commerciële en niet commerciële aanwending van gasolie en in artikel 7, lid 3 wordt een definitie van commerciële gasolie gegeven. Deze definitie is veel ruimer dat in het voorstel van 2002.
In Artikel 7 Absatz 2 wird den Mitgliedstaaten die Möglichkeit eingeräumt, zwischen gewerblich und nicht gewerblich genutztem Dieselkraftstoff zu unterscheiden. In Artikel 7 Absatz 3 findet sich eine Begriffsbestimmung für Diesel für gewerbliche Zwecke.

3. Onverminderd de leden 4 en 6 mogen vergoedingen die voor de in bijlage IV, afdeling A, en bijlage V, afdeling A, genoemde activiteiten worden geïnd, niet lager zijn dan de in bijlage IV, afdeling B, en bijlage V, afdeling B, gespecificeerde minima. Voor de in bijlage IV, afdeling A, genoemde activiteiten mogen de lidstaten evenwel gedurende een overgangsperiode tot 1 januari 2008 de bedragen hanteren die momenteel op grond van Richtlijn 85/73/EEG van toepassing zijn.
(3) Unbeschadet der Absätze 4 und 6 dürfen die Gebühren, die in Verbindung mit den in Anhang IV Abschnitt A und Anhang V Abschnitt A genannten konkreten Tätigkeiten erhoben werden, nicht niedriger sein als die in Anhang IV Abschnitt B und Anhang V Abschnitt B angegebenen Mindestbeträge. Während eines Übergangszeitraums bis zum 1. Januar 2008 können die Mitgliedstaaten bezüglich der in Anhang IV Abschnitt A genannten Tätigkeiten jedoch weiterhin die nach der Richtlinie 85/73/EWG geltenden Beträge erheben.

3. Onverminderd de leden 4 en 6 mogen vergoedingen die voor de in bijlage IV, afdeling A en bijlage V, afdeling A, genoemde activiteiten worden geïnd, niet lager zijn dan de in bijlage IV, afdeling B, en bijlage V, afdeling B, gespecificeerde minima. Voor de in bijlage IV, afdeling A, genoemde activiteiten mogen de lidstaten evenwel gedurende een overgangsperiode tot 1 januari 2008 de bedragen hanteren die momenteel op grond van Richtlijn 85/73/EEG van toepassing zijn.
(3) Unbeschadet der Absätze 4 und 6 dürfen die Gebühren, die in Verbindung mit den in Anhang IV Abschnitt A und Anhang V Abschnitt A genannten konkreten Tätigkeiten erhoben werden, nicht niedriger sein als die in Anhang IV Abschnitt B und Anhang V Abschnitt B angegebenen Mindestbeträge. Während eines Übergangszeitraums bis zum 1. Januar 2008 können die Mitgliedstaaten bezüglich der in Anhang IV Abschnitt A genannten Tätigkeiten jedoch weiterhin die nach der Richtlinie 85/73/EWG geltenden Beträge erheben.

Als alternatief voor de aftrek van de in de punten 15 en 16 genoemde bestanddelen mogen de lidstaten hun kredietinstellingen toestaan mutatis mutandis de methoden 1, 2 of 3 van bijlage I bij Richtlijn 2002/87/EG toe te passen.
Alternativ zum Abzug der unter den Nummern 15 und 16 genannten Kapitalbestandteile können die Mitgliedstaaten ihren Kreditinstituten gestatten, die in Anhang I der Richtlinie 2002/87/EG genannten Methoden 1, 2 oder 3 entsprechend anzuwenden.