De decimale code die met de gekende of meest voor de hand liggende vingerpositie overeenkomt, staat in tabel 5 en de code die met de meest waarschijnlijke handpalmpositie overeenkomt, in tabel 10; deze codes worden als ASCII-subveld van één of twee karakters opgenomen.
Der Dezimalcodewert, der der bekannten oder wahrscheinlichsten Fingerposition bzw. Handflächenposition entspricht, ist der Tabelle 5 bzw. der Tabelle 10 zu entnehmen und als 1- oder 2-stelliges ASCII-Unterfeld einzugeben.