Volgens haar vormde de aangemelde kapitaalverhoging op zich geen staatssteun, nu het bedrag daarvan lager was dan de over de periode 1992-2002 vastgestelde ondercompensatie van de extra nettokosten van diensten van algemeen economisch belang.
Sie befand, dass die angemeldete Kapitalerhöhung als solche keine staatliche Beihilfe darstelle, da ihr Betrag geringer gewesen sei als die Unterkompensation der Nettomehrkosten der gemeinwirtschaftlichen Dienstleistungen für den Zeitraum 1992–2002.