Bij voorschotten aan gedecentraliseerde penningmeesters wordt de controle waarvan sprake in paragraaf 1 door de eenheid voor de inspectie van de gedecentraliseerde penningmeesters verricht.
Im Falle von Vorschüssen an dezentralen Kassenführer wird die in Paragraph 1 angeführte Kontrolle durch die Einheit zur Inspektion der dezentralen Kassenführer durchgeführt.