Vertaling van "eventuele maatregelen tot opheffing van mobiliteitsobstakels zoals fiscale " (Nederlands → Duits) :

21. verzoekt de Commissie een nader onderzoek in te stellen naar de obstakels die overdraagbaarheid in de weg staan; is van mening dat eventuele maatregelen tot opheffing van mobiliteitsobstakels zoals fiscale discriminatie van grensoverschrijdende levensverzekeringspremies zich dienen te richten op alle arbeidsgerelateerde pensioenregelingen in de respectieve lidstaten, ongeacht de wijze waarop dergelijke regelingen in de nationale pijlerstructuren zijn geïntegreerd; verzoekt de Commissie algemene beginselen vast te stellen die de lidstaten voldoende flexibiliteit bieden om ze in hun eigen (wettelijke) structuren in te passen;
21. fordert die Kommission auf, die der Übertragbarkeit entgegenstehenden Hemmnisse eingehend zu untersuchen; ist der Ansicht, dass jede Maßnahme zur Beseitigung von der Mobilität entgegenstehenden Hindernissen, wie z. B. der steuerlichen Diskriminierung bei grenzüberschreitend gezahlten Lebensversicherungen, alle arbeitsbezogenen Pensions- und Rentensysteme in allen Mitgliedstaaten betreffen sollte, unabhängig davon, wie diese Systeme in nationale Säulenstrukturen eingegliedert sind; fordert die Kommission auf, für die Mitgliedstaaten allgemeine Grundsätze festzulegen, die ausreichend flexibel sind, damit diese sie in ihre eigenen (Rechts-)Strukturen integrieren können;

30. dringt aan op invoeging van een overweging om de problemen te ondervangen die voortvloeien uit het vereiste van een „reële band” met de territoriale bevoegdheid van het gerecht dat een dergelijke maatregel toewijst, zoals erkend in het arrest-Van Uden, om duidelijk te maken dat de gerechten van de lidstaten bij hun beslissing omtrent toewijzing, verlenging, wijziging of opheffing van een voorlopige maatregel die is toegewezen ter ondersteuning van een procedure in een andere lidstaat, rekening moeten houden met alle omstandigheden, waaronder (i) eventuele verklaring van het gerecht in een lidstaat waar de zaak ten gronde dient, over de bewuste maatregel of soortgelijke maatregelen, (ii) het al dan niet bestaan van een reële band tussen de gevraagde maatregel en het grondgebeid van de lidstaat waar die maatregel wordt gevraagd, en (iii) het te verwachten effect van de maatregel op een in een andere lidstaat aanhangige of aanhangig te maken procedure;
30. weist mit Nachdruck darauf hin, dass ein Erwägungsgrund eingefügt werden sollte, um die Schwierigkeiten im Zusammenhang mit der in der Van Uden Entscheidung verlangten „realen Verknüpfung“ zu der gebietsbezogenen Zuständigkeit des Mitgliedstaats des angerufenen Gerichts zu überwinden; in dem Erwägungsgrund sollte klargestellt werden, dass die Gerichte der Mitgliedstaaten, wenn sie über den Erlass, die Verlängerung, die Änderung oder die Aufhebung einer einstweiligen Maßnahme entscheiden, die zur Unterstützung eines Verfahrens in einem anderen Mitgliedstaat erlassen wurde, alle Umstände berücksichtigen sollten; zu diesen gehören unter anderem: (i) Erklärungen des Hauptsachegerichts des Mitgliedstaats in Bezug auf die betreffende Maßnahme oder ähnliche Maßnahmen, (ii) Bestehen einer realen Verknüpfung zwischen der beantragten Maßnahme und dem Gebiet des Mitgliedstaats, in dem sie beantragt wird, und (iii) mögliche Auswirkungen der Maßnahme auf Verfahren, die in einem anderen Mitgliedstaat anhängig sind oder noch eingeleitet werden;

30. dringt aan op invoeging van een overweging om de problemen te ondervangen die voortvloeien uit het vereiste van een "reële band" met de territoriale bevoegdheid van het gerecht dat een dergelijke maatregel toewijst, zoals erkend in het arrest-Van Uden, om duidelijk te maken dat de gerechten van de lidstaten bij hun beslissing omtrent toewijzing, verlenging, wijziging of opheffing van een voorlopige maatregel die is toegewezen ter ondersteuning van een procedure in een andere lidstaat, rekening moeten houden met alle omstandigheden, waaronder (i) eventuele verklaring van het gerecht in een lidstaat waar de zaak ten gronde dient, over de bewuste maatregel of soortgelijke maatregelen, (ii) het al dan niet bestaan van een reële band tussen de gevraagde maatregel en het grondgebeid van de lidstaat waar die maatregel wordt gevraagd, en (iii) het te verwachten effect van de maatregel op een in een andere lidstaat aanhangige of aanhangig te maken procedure;
30. weist mit Nachdruck darauf hin, dass ein Erwägungsgrund eingefügt werden sollte, um die Schwierigkeiten im Zusammenhang mit der in der Van Uden Entscheidung verlangten „realen Verknüpfung“ zu der gebietsbezogenen Zuständigkeit des Mitgliedstaats des angerufenen Gerichts zu überwinden; in dem Erwägungsgrund sollte klargestellt werden, dass die Gerichte der Mitgliedstaaten, wenn sie über den Erlass, die Verlängerung, die Änderung oder die Aufhebung einer einstweiligen Maßnahme entscheiden, die zur Unterstützung eines Verfahrens in einem anderen Mitgliedstaat erlassen wurde, alle Umstände berücksichtigen sollten; zu diesen gehören unter anderem: (i) Erklärungen des Hauptsachegerichts des Mitgliedstaats in Bezug auf die betreffende Maßnahme oder ähnliche Maßnahmen, (ii) Bestehen einer realen Verknüpfung zwischen der beantragten Maßnahme und dem Gebiet des Mitgliedstaats, in dem sie beantragt wird, und (iii) mögliche Auswirkungen der Maßnahme auf Verfahren, die in einem anderen Mitgliedstaat anhängig sind oder noch eingeleitet werden;

6. is van mening dat de beginselen betreffende betere regelgeving, zoals uiteengezet in het Actieplan "Vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving" van 2002 van de Commissie, ten uitvoer moeten worden gelegd; met name moet in het kader van eventuele toekomstige maatregelen, die moeten worden gericht op opheffing van specifieke tekortkomingen van de markt, een kosten-batenanalyse worden gemaakt van buiten de sfeer van wetgeving gelegen mogelijkheden om die tekortkomingen aan te pakken;
6. vertritt die Auffassung, dass die Grundsätze der besseren Rechtsetzung gemäß dem von der Kommission im Jahre 2002 vorgelegten Aktionsplan „Vereinfachung und Verbesserung des Regelungsumfelds“ angewendet werden sollten; vertritt die Auffassung, dass insbesondere künftige Maßnahmen, die auf die Behebung spezifischer Marktschwächen ausgerichtet sein sollten, eine Kosten-Nutzen-Analyse der nichtlegislativen Optionen zur Beseitigung der entsprechenden Schwächen umfassen sollten;