zonder rechtvaardiging of evenredigheid verzoekers grondrechten heeft geschonden, met name zijn recht op eigendom, op vrij ondernemerschap, op goede naam en zijn recht op privé-leven en familie- en gezinsleven.
ungerechtfertigt oder unverhältnismäßig in die Grundrechte des Klägers eingegriffen habe, insbesondere in sein Recht auf Eigentum, auf geschäftliche Betätigung, auf einen guten Ruf sowie auf ein Privat- und Familienleben.
