Vertaling van "europese instellingen in staat stelt gedurende vele " (Nederlands → Duits) :

De Commissie moet om de drie jaar een beoordeling geven van de voor- en nadelen van de reeds bestaande overeenkomsten. De goedkeuring van overeenkomsten moet geschieden binnen het kader van soepel verlopende interinstitutionele betrekkingen, die alle Europese instellingen in staat stelt bij die goedkeuring een actieve rol te spelen.
Die Abkommen sollten mittels einer fruchtbaren interinstitutionellen Vereinbarung angenommen werden, die es den europäischen Institutionen ermöglicht, sich aktiv daran zu beteiligen.

We hebben een Verdrag nodig dat de Europese instellingen in staat stelt gedurende vele jaren eenvoudig en doelmatig te besluiten.
Wir brauchen einen Vertrag, der sicherstellt, dass die Organe der Europäischen Union auf einfache und wirksame Art über viele Jahre hinweg Entscheidungen treffen können.

Wanneer we communautaire wetgeving opstellen, moeten we ook een effectief controlemechanisme instellen, dat niet uitgaat van het oorsprongslands- of herkomstlandsbeginsel en dat de instellingen van de Europese Unie in staat stelt toe te zien op de werking van instellingen die grensoverschrijdend opereren.
Im Zusammenhang mit dem Erlass von Gemeinschaftsvorschriften muss auch ein wirksamer Kontrollmechanismus festgelegt werden, der das Ursprungs- oder Herkunftslandprinzip aufhebt und es den Institutionen der Europäischen Union ermöglicht, die Geschäfte von grenzüberschreitend tätigen Unternehmen zu überwachen.

Voorlichting, begeleiding en advisering moeten een samenhangend systeem vormen dat de Europese burgers in staat stelt hun opleiding en loopbaan, alsook de overgangen gedurende hun gehele leven te sturen.
Informations-, Orientierungs- und Beratungsdienste sollten ein kohärentes System bilden, das es den europäischen Bürgern ermöglicht, ihre Lernlaufbahnen und ihre Berufskarrieren so zu gestalten, dass sie sich zeitlebens auf Veränderungen einstellen können.

29. stelt vast dat de werkzaamheden aan het eerste bijgebouw van de huidige gebouwen van de Rekenkamer in de loop van 2001 zullen beginnen en verwelkomt het engagement van het Hof om qua totale investeringskosten onder het maximum van 25 miljoen EUR te blijven (prijzen van 1998); is het ermee eens dat het tweede bijgebouw van de huidige gebouwen van de Rekenkamer, dat gepland is als voorbereiding op de uitbreiding, onmiddellijk op het eerste moet volgen, opdat extra kosten worden voorkomen; is van mening dat het door de Rekenkamer voorgestelde en door de begrotingsautoriteit goedgekeurde financieringsplan voor het eerste bijgebouw (vijf betalingen in de begrotingen 1999-2003) voorziet in een geschikt model voor de financiering van het tweede bijgebouw; stelt evenwel vast dat de herziening van het Financieel Reglement de Europese instellingen in staat kan stellen de financieringswijze te verbeteren;
29. stellt fest, dass die Arbeiten für den ersten Anbau an das derzeitige Gebäude des Rechnungshofs im Jahr 2001 aufgenommen werden, und begrüßt die Verpflichtung des Rechnungshofs, die Grenze von 25 Mio. Euro (Preisniveau 1998) für die Gesamtinvestitionskosten einzuhalten; stimmt zu, dass der zweite Anbau an das Gebäude des Rechnungshofs, der im Hinblick auf die Vorbereitung auf die bevorstehende Erweiterung geplant ist, unmittelbar auf den ersten Anbau folgen sollte, sodass zusätzliche Kosten vermieden werden; ist der Ansicht, dass der vom Rechnungshof vorgeschlagene und von der Haushaltsbehörde genehmigte Finanzierungsplan für den ersten Anbau (fünf Tranchen in den Haushaltsplänen 1999-2003) ein angemessenes Modell für die Finanzierung des zweiten Anbaus darstellt; stellt jedoch fest, dass die Neuregelung der Haushaltsordnung den europäischen Institutionen die Verbesserung der Finanzierungsmodalitäten ermöglichen könnte;

Verordening (EG) nr. 2819/98 van de Europese Centrale Bank van 1 december 1998 met betrekking tot de geconsolideerde balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/1998/16) stelt de ECB en, conform artikel 5.2 van de Statuten, de nationale centrale banken - die waar mogelijk het werk zullen verrichten - in staat de statistische gegevens te verzamelen die zijn vereist voor het vervullen van de taken van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), met name de taak het monetaire beleid van de Gemeenschap te bepalen en ten uitvoer te leggen conform artikel 105, lid 2, eerste streepje, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (het Verdrag).
Die Verordnung (EG) Nr. 2819/98 der Europäischen Zentralbank vom 1. Dezember 1998 über die konsolidierte Bilanz des Sektors der monetären Finanzinstitute (EZB/1998/16) soll es der EZB und - im Einklang mit Artikel 5.2 der Satzung - den NZBen, die diese Arbeit so weit wie möglich ausführen, ermöglichen, die statistischen Daten zu erheben, die für die Erfuellung der Aufgaben des Europäischen Systems der Zentralbanken (ESZB), und insbesondere ihrer Aufgabe der Festlegung und Ausführung der Geldpolitik der Gemeinschaft im Einklang mit Artikel 105 Absatz 2 erster Gedankenstrich des Vertrags zur Errichtung der Europäischen Gemeinschaft (des "Vertrags"), erforderlich sind.

Net zoals de verzoekende partijen in hun memorie van antwoord, stelt het Hof vast dat artikel 11 van de wet van 3 mei 1999 houdende budgettaire en diverse bepalingen de tekst van de bestreden bepaling heeft gewijzigd, aangezien het bepaalt dat de kredietinstellingen die ressorteren onder het recht van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap en die op grond van artikel 75bis, § 1, vierde lid, van de wet van 12 juni 1991 aan registratie zijn onderworpen, net zoals de instellingen die met toepassing van artikel 74 zijn erkend, aan de afname zijn onderworpen.
Ebenso wie die klagenden Parteien in ihrem Erwiderungsschriftsatz stellt der Hof fest, dass Artikel 11 des Gesetzes vom 3. Mai 1999 zur Festlegung von Haushalts- und sonstigen Bestimmungen den Text der angefochtenen Bestimmung abgeändert hat, da er vorsieht, dass die dem Recht eines anderen Mitgliedstaates der Europäischen Gemeinschaft unterliegenden Kreditinstitute, die aufgrund von Artikel 75bis, § 1 Absatz 4 des Gesetzes vom 12. Juni 1991 zur Registrierung verpflichtet sind, der Abgabe ebenso unterliegen wie die in Anwendung von Artikel 74 zugelassenen Institute.

De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een in bijlage II staande verklaring betreffende de betrouwbaarheidsverklaring (DAS). FRAUDEBESTRIJDING : WERKPROGRAMMA VAN DE COMMISSIE VOOR 1996 - CONCLUSIES "DE RAAD - staat positief tegenover het programma voor fraudebestrijding dat door de Commissie voor 1996 is ingediend ; - herinnert aan de conclusies van de Europese Raad van Madrid van 15 en 16 december 1995 betreffende fraude en bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen, en met name aan het verzoek van de Europese Raad aan de Lid-Staten en aan de Instellingen "de nodige maatregelen te nemen om een zelfde beschermingsniveau te waarborgen in de gehele Gemeenschap en voor de gehele begroting van de Gemeenschap en van het EOF" ; - stelt vast dat het programma van de Commissie aansluit bij deze conclusies en die van de Raad (ECOFIN) van 27 november 1995 en dat eveneens rekening wordt gehouden met bepaalde opmerkingen die door de Raad over het werkprogramma 1995 zijn gemaakt ; - steunt de algemene beleidslijnen voor specifieke acties die door de Commissie zijn gepland op basis van de vier hoofdlijnen die bij de presentatie van de fraudebestrijdingsstrategie in 1994 reeds zijn genoemd, waaronder : = voor wat betreft de versterking van de aanwezigheid op het terrein en betere ondersteuning van de praktische maatregelen : verbetering van de controles in derde landen, met name in de LMOE en de landen in het Middellandse-Zeegebied ; meer preventie met betrekking tot de onregelmatigheden bij het douanevervoer ; uitbreiding, met inachtneming van de respectieve bevoegdheden van de nationale overheden, van het SCENT-netwerk voor wederzijdse bijstand tot andere sectoren dan de douane ; = voor wat betreft de versterking van het partnerschap tussen de Commissie en de Lid-Staten : de ontwikkeling van informatienetwerken, een betere exploitatie van de resultaten van de risicoanalyse, opleiding van de ambtenaren van de Lid-Staten ; bestudering, in het kader va ...
Der Rat billigte eine "Erklärung zur Zuverlässigkeitserklärung", die in der Anlage II wiedergegeben ist. BETRUGSBEKÄMPFUNG: ARBEITSPROGRAMM DER KOMMISSION FÜR 1996 - SCHLUSSFOL- GERUNGEN "DER RAT - begrüßt das von der Kommission für 1996 vorgelegte Programm zur Betrugs- bekämpfung; - verweist auf die vom Europäischen Rat am 15. und 16. Dezember 1995 in Madrid erzielten Schlußfolgerungen in bezug auf betrügerische Praktiken und den Schutz der finanziellen Interessen der Gemeinschaften und insbesondere auf dessen Ersuchen an die Mitgliedstaaten und die Organe der Union, "die erforderlichen Maßnahmen zu treffen, um einen gleichwertigen Schutz in der gesamten Gemeinschaft sowie im Rahmen des Gemeinschaftshaushalts und des EEF-Haushalts sicherzustellen"; - stellt fest, daß das Programm der Kommission sich in den Rahmen dieser Schlußfolgerungen sowie seiner eigenen Schlußfolgerungen vom 27. November 1995 einfügt und auch gewissen Bemerkungen Rechnung trägt, die er im Zusammenhang mit dem Arbeitsprogramm 1995 gemacht hat; - unterstützt die allgemeine Ausrichtung der von der Kommission geplanten spezifischen Aktionen auf die vier Schwerpunkte, die bereits bei der Vorlage der Strategie für die Betrugsbekämpfung im Jahre 1994 gesetzt wurden, im besonderen: = Verstärkung der Präsenz vor Ort und Unterstützung für die operationelle Tätigkeit: Verbesserung der Kontrollen in den Drittländern, insbesondere den MOEL und den Mittelmeerländern, wirksamere Vorbeugung gegen Unregelmäßigkeiten im Transitverkehr, Ausweitung der Amtshilfe im Rahmen des SCENT-Netzes auf andere Sektoren als den des Zollbereichs unter Beachtung der jeweiligen Zuständigkeiten der einzelstaatlichen Behörden; = Verstärkung der Partnerschaft zwischen der Kommission und den Mitgliedstaaten: Entwicklung der Informationsnetze, verbesserte Auswertung der Ergebnisse der Risikoanalyse, Aus- und Weiterbildung der Beamten der Mitgliedstaaten; entsprechend den Schlußfolgerungen des Europäischen Rates von Madrid und ...