De lidstaten kunnen voorzien in een uitzondering voor de gevallen waarin het voorwerp meer dan drie jaar voor het strafbare feit dat de grondslag vormt voor confiscatie overeenkomstig lid 1, is verworven en de gevallen waarin de betrokkenen op het tijdstip van de verwerving nog niet met elkaar waren gehuwd of samenwoonden.
Die Mitgliedstaaten können eine Ausnahme für die Fälle vorsehen, in denen der Vermögensgegenstand mehr als drei Jahre vor Begehung der Straftat, wegen deren die in Absatz 1 genannte Einziehung verfügt wird, erworben wurde, oder in denen die Ehe oder die Lebensgemeinschaft zum Zeitpunkt des Erwerbs noch nicht bestanden hat.