3) Schendt artikel 22ter van de we
t van 27 juni 1969, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, in de interpretatie volgens welke het om een burgerlijke sanctie gaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet,
in zoverre het een dusdanig vermoeden instelt dat de werkgever die de vermeldingen en maatregelen van openbaarmaking van de deel
tijdse werkroosters niet in acht heeft genomen, dat vermoeden nooit kan weerleggen, zelfs i
...[+++]ndien hij in staat is het bewijs te leveren van een materiële of economische onmogelijkheid dat de arbeid voltijds kon worden verricht door zijn in het geding zijnde werknemers ?3) Verstösst - in der Auslegung, nach der es sich um eine zivilrechtliche Sanktion handelt - Artikel 22ter des Gesetzes vom 27. Juni 1969 in der durch das Programmgesetz vom 27. Dezember 2004 abgeänderten Fassung gegen die Artikel
10 und 11 der Verfassung, indem er eine Vermutung einführt, die vom Arbeitgeber, der keine Massnahmen in Bezug auf Angabe und Offenlegung der Teilzeitarbeitsstundenpläne getroffen hat, nie widerlegt werden kann, auch wenn dieser imstande ist, den Beweis dafür zu liefern, dass es materiell oder wirtschaftlich unmöglich war, dass die Arbeitsleistungen von den betreffenden Arbeitnehmern als Vollzeitarbeit erbracht
...[+++] wurden?