Wanneer de intercepterende lidstaat van oordeel is dat de op grond van lid 2 verstrekte gegevens van bijzonder gevoelige aard zijn, mogen deze via een specifieke autoriteit naar de bevoegde autoriteit worden doorgezonden indien zulks tussen de betrokken lidstaten op bilaterale basis is overeengekomen.
(5) Ist der überwachende Mitgliedstaat der Ansicht, daß die nach Absatz 2 mitzuteilende Information besonders geheimhaltungsbedürftig ist, kann diese Information der zuständigen Behörde über eine besondere Behörde übermittelt werden, sofern dies zwischen den betreffenden Mitgliedstaaten bilateral vereinbart wurde.