1. De lidstaten bepalen dat alle in artikel 50, lid 2, bedoelde organen, organisaties of verenigingen het recht hebben de in de artikelen 51, 52 en 54 bedoelde rechten uit te oefenen indien zij daartoe door één of meer betrokkenen zijn gemachtigd .
1. Die Mitgliedstaaten sehen vor, dass Einrichtungen, Organisationen oder Verbände im Sinne des Artikels 50 Absatz 2 das Recht haben, die in Artikel 51, 52 und 54 genannten Rechte wahrzunehmen, wenn sie von einer oder mehreren betroffenen Personen beauftragt werden .