5.4. Indien het voertuig door de constructeur van veiligheidsgordels is voorzien die aan de voor de betrokken zitplaats voorgeschreven bevestigingspunten zijn aangebracht behoeven deze bevestigingspunten niet in overeenstemming te zijn met het voorschrift van punt 5.3, mits zij voldoen aan alle overige voorschriften van dit hoofdstuk.
5.4. Wird das Fahrzeug von seinem Hersteller mit Sicherheitsgurten ausgerüstet, die an allen für den betroffenen Sitzplatz vorgeschriebenen Verankerungen angebracht sind, so brauchen diese Verankerungen nicht der Vorschrift in Abschnitt 5.3 zu entsprechen, sofern sie die übrigen Bestimmungen dieses Kapitels erfüllen.