Als een persoon bedoeld in artikel 36, 4°, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt op het ogenblik dat de vordering wordt ingesteld, zal de in het vorige lid bedoelde dagvaarding of waarschuwing worden gericht aan die persoon die, wegens zijn minderjarigheid, voor hem burgerrechtelijk aansprakelijk waren.
Wenn eine Person im Sinne von Artikel 36 Nr. 4 das Alter von achtzehn Jahren erreicht hat zu dem Zeitpunkt, an dem das Verfahren eingeleitet wird, wird die im vorstehenden Absatz erwähnte Vorladung oder Mahnung an diese Person gerichtet, die Gegenstand der Massnahme war, und an die Personen, die für sie wegen ihrer Minderjährigkeit zivilrechtlich haftbar waren.
