Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.
Aanduiding burgerlijke staat - naam - voornaam
Bevolkingsomvangsstatistiek
Bevolkingsstatistiek
Burgerlijke staat
Burgerlijke stand
Gezinssituatie
Huwelijksstaat
Staat van personen
Statistieken betreffende de burgerlijke staat

Traduction de «burgerlijke staat aangezien » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
burgerlijke staat | burgerlijke stand

Familienstand | Personenstand


gezinssituatie [ burgerlijke staat | huwelijksstaat ]

Familienstand


bevolkingsomvangsstatistiek | bevolkingsstatistiek | statistieken betreffende de burgerlijke staat

Statistik der Personenstandsfälle


aanduiding burgerlijke staat - naam - voornaam

Titel - Name - Vorname


TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Bovendien merkt het Hof op dat de door Römer te betalen pensioenpremies op generlei wijze werden beïnvloed door zijn burgerlijke staat, aangezien de bedragen die hij ten behoeve van de pensioenuitgaven diende af te dragen gelijk waren aan die van zijn gehuwde collega’s.

Der Gerichtshof weist ferner darauf hin, dass der Familienstand von Herrn Römer keinerlei Einfluss auf seine Beiträge für die Bezüge hatte, da er sich an den Rentenaufwendungen durch Zahlung eines gleich hohen Beitrags wie seine verheirateten Kollegen zu beteiligen hatte.


Maar het staat aan de wetgever om te preciseren in welke vorm, onder welke voorwaarden en volgens welke procedure het ouderlijk gezag, in het belang van het kind, zou kunnen worden uitgebreid tot andere personen die geen afstammingsband met het kind hebben, aangezien de bepalingen van de artikelen 371 tot 387bis van het Burgerlijk Wetboek niet als dusdanig, naar analogie, op de in B.1 beschreven situatie kunnen worden toegepast.

Es obliegt jedoch dem Gesetzgeber zu präzisieren, in welcher Form, unter welchen Bedingungen und nach welchen Verfahren die elterliche Gewalt im Interesse des Kindes auf andere Personen ausgedehnt werden könnte, die kein Abstammungsverhältnis zum Kind besitzen, da die Bestimmungen der Artikel 371 bis 387bis des Zivilgesetzbuches als solche nicht sinngemäss auf die in B.1 beschriebene Situation angewandt werden können.


Aangezien voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in geen bijzondere verjaringstermijn is voorzien wat betreft hun vorderingen tot terugbetaling van ten onrechte uitbetaalde wedden, voorschotten daarop en vergoedingen, toelagen of uitkeringen, die een toebehoren van de wedden vormen of ermee gelijkstaan, verjaren die vorderingen te hunnen aanzien overeenkomstig de gemeenrechtelijke bepalingen (artikel 2262bis, § 1, van het Burgerlijk Wetboek) na tien jaar, terwijl soortgelijke vorderingen van de Staat overeenko ...[+++]

Da für die öffentlichen Sozialhilfezentren keine besondere Verjährungsfrist in Bezug auf ihre Klagen auf Rückzahlung von zu Unrecht ausgezählten Gehältern, Vorschüssen darauf und Entschädigungen, Zulagen oder Beihilfen, die Bestandteil der Gehälter sind oder mit ihnen gleichzusetzen sind, vorgesehen ist, verjähren diese Klagen, was sie betrifft, gemäss den gemeinrechtlichen Bestimmungen (Artikel 2262bis § 1 des Zivilgesetzbuches) nach zehn Jahren, während gleichartige Klagen des Staates gemäss dem fraglichen Artikel 7 § 1 nach fünf Jahren verjähren.


Bovendien had het Hof van Cassatie, bij een arrest van 28 oktober 1993, een arrest van het Hof van Beroep te Luik verbroken, omdat dit Hof niet had geantwoord op de conclusies van de Belgische Staat die aanvoerde dat het dwangbevel « onder meer ertoe strekte de verjaring te stuiten overeenkomstig artikel 194 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen [.] » en had het Hof van Beroep te Brussel, het rechtscollege waarnaar werd verwezen, in een arrest van 24 juni 1997 geoordeeld « dat een dergelijk dwangbevel als stuitende handeling geldt in de zin van artikel 2244 van het ...[+++]

Ausserdem hatte der Kassationshofes durch ein Urteil vom 28. Oktober 1993 ein Urteil des Appellationshofes Lüttich aufgehoben, weil dieser nicht auf die Schlussanträge des Belgischen Staates geantwortet hatte, der geltend gemacht hatte, der Zahlungsbefehl « dient insbesondere dazu, die Verjährung zu unterbrechen gemäss Artikel 194 des königlichen Erlasses zur Ausführung des Einkommensteuergesetzbuches [.] », und der Appellationshof Brüssel, an den die Rechtssache verwiesen worden war, hat in einem Urteil vom 24. Juni 1997 entschieden, ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Maar het staat aan de wetgever om te preciseren in welke vorm, onder welke voorwaarden en volgens welke procedure het ouderlijk gezag, in het belang van het kind, zou kunnen worden uitgebreid tot andere personen die geen afstammingsband met het kind hebben, aangezien de bepalingen van de artikelen 371 tot 387bis van het Burgerlijk Wetboek niet als dusdanig, naar analogie, op de in B.1 beschreven situatie kunnen worden toegepast.

Es obliegt jedoch dem Gesetzgeber zu präzisieren, in welcher Form, unter welchen Bedingungen und nach welchen Verfahren die elterliche Gewalt im Interesse des Kindes auf andere Personen ausgedehnt werden könnte, die kein Abstammungsverhältnis zum Kind besitzen, da die Bestimmungen der Artikel 371 bis 387bis des Zivilgesetzbuches als solche nicht sinngemäss auf die in B.1 beschriebene Situation angewandt werden können.


Die argumentatie komt in essentie erop neer dat de terugvordering verjaard is aangezien, sedert de inwerkingtreding van artikel 198, § 1, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, de verjaringstermijn voor de terugbetaling van ten onrechte uitbetaalde sommen nog slechts kan worden gestuit overeenkomstig artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek en niet langer met een ter post aangetekend schrijven zoals voorheen mogelijk was op grond van artikel 7, § 2, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van sch ...[+++]

Diese Argumentation besagt im wesentlichen, dass die Rückforderung als verjährt zu betrachten sei, da seit dem Inkrafttreten von Artikel 198 § 1 des Dekrets vom 31. Juli 1990 über den Unterricht-II die Verjährungsfrist für die Rückzahlung von zu Unrecht ausgezahlten Summen nur mehr gemäss Artikel 2244 des Zivilgesetzbuches unterbrochen werden könne und nicht mehr mit einem bei der Post aufgegebenen Einschreibebrief, wie es zuvor möglich gewesen sei aufgrund von Artikel 7 § 2 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'burgerlijke staat aangezien' ->

Date index: 2022-01-08
w