32. begrijpt het belang van de Rekenkamer om haar uitingen in de media te beoordelen; vindt echter dat zij de helderheid van haar boodschappen moet verbeteren; stelt daarom voor dat de redactionele kwaliteit van alle teksten van de Rekenkamer wordt onderworpen aan een gecentraliseerde procedure;
32. hat Verständnis für das Interesse des Rechnungshofs, seine Medienpräsenz einschätzen zu können; ist jedoch der Ansicht, dass die Klarheit seiner Botschaften verbesserungsbedürftig ist; regt daher an, dass die redaktionelle Qualität aller Texte des Rechnungshofs Gegenstand eines zentralisierten Prozesses wird;