1. De hoeveelheid dierlijke mest die elk jaar op rundveehouderijen, ook door de dieren zelf, op of in de bodem wordt gebracht, bevat niet meer dan 230 kg stikstof per hectare, met inachtneming van de in de leden 2 tot en met 8 vastgestelde voorwaarden.
(1) Die Menge Viehdung, die jedes Jahr auf den Boden von Rinderhaltungsbetrieben auch von den Tieren selbst ausgebracht wird, darf vorbehaltlich der in den Absätzen 2 bis 8 genannten Bedingungen nicht mehr als 230 kg Stickstoff pro Hektar enthalten.