Uit artikel 9, lid 2, blijkt duidelijk dat afgevaardigden waardigheid en wederzijds respect moeten betonen en dat de Voorzitter op grond van artikel 146 de mogelijkheid heeft in te grijpen en hen tot de orde te roepen.
Artikel 9 Absatz 2 regelt eindeutig, dass Abgeordnete die Würde und den gegenseitigen Respekt zu wahren haben und dass der Präsident nach Artikel 146 Interventions- und Ordnungsmöglichkeiten hat.