2. herinnert eraan dat het beginsel van de scheiding van machten een essentieel element vormt van het constitutionele recht van de lidstaten van de Europese Unie en dat bijgevolg elke overdracht van bevoegdheden van de lidstaten aan de Unie gepaard moet gaan met een attributie van bevoegdheden aan het Europees Parlement als rechtstreekse uitdrukking van de wil van de volkeren die de Europese Unie vormen;
2. weist darauf hin, daß der Grundsatz der Gewaltenteilung der Kernpunkt des Verfassungs rechts der Mitgliedstaaten der Union ist und daher jede Übertragung von Befugnissen der Mitgliedstaaten auf die Union einhergehen muß mit neuen Befugnissen für das Europäische Parlament als unmittelbarer Ausdruck des Willens der die Europäischen Union bildenden Völker;