28. vindt het jammer dat de Commissie geen bevredigende toelichting heeft gegeven op de laattijdige goedkeuring van de programma's, met name betreffende die programma's die reeds eind 2000 klaar waren; is van mening dat deze vertraging bij de goedkeuring de oorzaak is van de lage uitvoering van de vastleggingen; verzoekt de Commissie haar uiterste best te doen om de oorzaken hiervan vast te stellen teneinde deze te corrigeren, en de goedkeurings- en beheersmechanismen te vereenvoudigen;
28. bedauert, dass die Kommission keine zufrieden stellenden Erklärungen für die späte Annahme der Programme, insbesondere jener, die schon Ende 2000 zur Annahme bereit lagen, geliefert hat; ist der Ansicht, dass diese verspätete Annahme die Ursache für die niedrige Verwendungsrate bei den Verpflichtungsermächtigungen ist; fordert die Kommission auf, alles in ihrer Macht Stehende zu tun, um die Ursachen zu ermitteln, Abhilfe zu schaffen und die Annahme- und Verwaltungsverfahren zu vereinfachen;
