In het eerste gev
al (wanneer er geen betwisting is) verschijnen de betrokkenen voor de vrederechter of voor e
en notaris teneinde akte van hun wederzijdse wil te doen opmaken, en die akte wordt gehomologeerd door de rechtbank van eerste aanleg (artikelen 349, eerste lid, 350, § 1, en 369, eerste lid, van het Wetboek); in het tweede geval (wanneer er betwisting is) brengen de personen die voornemens zijn te adopteren de vordering bij wege van verzoekschrift voor de rechtbank van eerste aanleg (artikelen 353, § 2, en 369, eerste lid, va
...[+++]n het Wetboek).