In artikel 30, lid 4, van de nieuwe verordening nr. 1260/99 betreffende de structuurfondsen is bepaald: “De lidstaten zien erop toe dat de bijdrage van de fondsen slechts wordt gehandhaafd indien de ver
richting waarop zij betrekking heeft binnen vijf jaar na het besluit van de bevoegde nationale autoriteit of de beheersautoriteit over de bijdr
age van de fondsen, geen belangrijke verander
ing ondergaat (...) die voortvloeit (...) uit (...) de beëindiging
...[+++] of de overbrenging naar een andere plaats van een productieve activiteit”.
Gemäß Artikel 30 Absatz 4 der neuen Verordnung (EG) Nr. 1260/99 über die Strukturfonds müssen „die Mitgliedstaaten sich vergewissern, dass die Beteiligung der Fonds an einer Operation nur dann fortgeführt wird, wenn innerhalb von fünf Jahren nach dem Zeitpunkt, zu dem die zuständige nationale Behörde oder die Verwaltungsbehörde die Beteiligung der Fonds beschlossen hat, keine erhebliche Veränderung erfolgt ist . die darauf zurückzuführen ist, .dass der Standort einer Produktionstätigkeit aufgegeben worden ist oder sich geändert hat“.