Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «betrokken kind geen besmettingsgevaar inhoudt » (Néerlandais → Allemand) :

Als een kind om gezondheidsredenen langer dan twee dagen afwezig is, kan de dienst voor onthaalouders, voordat hij het kind weer opvangt, een medisch attest verlangen dat bewijst dat het betrokken kind geen besmettingsgevaar inhoudt voor de andere opgevangen kinderen.

Ist ein Kind aus Krankheitsgründen mehr als zwei Tage abwesend, kann der Tagesmütterdienst vor Wiederaufnahme der Betreuung ein ärztliches Attest verlangen, das bestätigt, dass das betroffene Kind keine Ansteckungsgefahr für die anderen betreuten Kinder darstellt.


Bij zijn arrest nr. 139/2014 van 25 september 2014 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die het kind heeft erkend, dient te worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het ...[+++]

In seinem Entscheid Nr. 139/2014 vom 25. September 2014 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10, 11 und 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der das Kind anerkannt hat, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er nicht der Vater des Kindes ist, eingereicht werden muss.


Bij zijn arrest nr. 165/2013 van 5 december 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het Verdrag inzake de rechten van het kind, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van ...[+++]

In seinem Entscheid Nr. 165/2013 vom 5. Dezember 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes verstößt, insofern er bestimmt, dass die Klage der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht werde ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 139/2013 van 17 oktober 2013 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek geen schending inhoudt van de artikelen 22 en 22bis van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning ingesteld door de persoon die de afstamming opeist, moet worden ingesteld binnen één jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is. ...[+++]

In seinem Entscheid Nr. 139/2013 vom 17. Oktober 2013 hat der Gerichtshof für Recht erkannt, dass Artikel 330 § 1 Absatz 4 des Zivilgesetzbuches nicht gegen die Artikel 22 und 22bis der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstößt, indem er vorschreibt, dass die Klage auf Anfechtung einer väterlichen Anerkennung, die von der Person, die die Abstammung für sich in Anspruch nimmt, erhoben wird, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass sie der Vater des Kindes ist, eingereicht ...[+++]


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader v ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater des Kindes ist, ei ...[+++]


Doet de voormelde wetsbepaling met andere woorden geen grondwettigheidsprobleem rijzen in zoverre zij, als een grendel, het bewijs invoert dat aan de toestemming een gebrek kleeft, hetgeen, bij ontstentenis van een dergelijk bewijs, inhoudt dat het vaderschap van het betrokken kind onmogelijk kan worden nagegaan en vervolgens daarover onmogelijk uitspraak kan worden gedaan ?

Führt die vorerwähnte Gesetzesbestimmung mit anderen Worten nicht zu einem Problem der Verfassungsmäßigkeit, insofern sie gleichsam zur Verriegelung die Beweiserbringung für einen Zustimmungsmangel einführt, was bedeutet, dass es in Ermangelung einer solchen Beweiserbringung unmöglich ist, die Vaterschaft in Bezug auf das betreffende Kind zu prüfen und anschließend darüber zu befinden?


1. In afwijking van het verbod van artikel 2, onder d), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van afgeleide producten als bedoeld in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad die zijn verkregen van dierlijke bijproducten van varkens van oorsprong uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden, mits die bijproducten een behandeling hebben ondergaan die waarborgt dat het afgeleide product geen risico inhoudt ten aanzien van Afrikaanse varkenspest.

(1) Abweichend von dem Verbot gemäß Artikel 2 Buchstabe d können die betroffenen Mitgliedstaaten die Versendung von Folgeprodukten gemäß Artikel 3 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1069/2009 des Europäischen Parlaments und des Rates , die aus tierischen Nebenprodukten von Schweinen gewonnen wurden, die aus den in Teil III oder Teil IV des Anhangs aufgeführten Gebieten stammen, genehmigen, sofern diese Nebenprodukte einer Behandlung unterzogen wurden, mit der sichergestellt wird ...[+++]


Doet de voormelde wetsbepaling met andere woorden geen grondwettigheidsprobleem rijzen in zoverre zij, als een grendel, het bewijs invoert dat aan de toestemming een gebrek kleeft, hetgeen, bij ontstentenis van een dergelijk bewijs, inhoudt dat het vaderschap van het betrokken kind onmogelijk kan worden nagegaan en vervolgens daarover onmogelijk uitspraak kan worden gedaan ?

Führt die vorerwähnte Gesetzesbestimmung mit anderen Worten nicht zu einem Problem der Verfassungsmäßigkeit, insofern sie gleichsam zur Verriegelung die Beweiserbringung für einen Zustimmungsmangel einführt, was bedeutet, dass es in Ermangelung einer solchen Beweiserbringung unmöglich ist, die Vaterschaft in Bezug auf das betreffende Kind zu prüfen und anschließend darüber zu befinden?


(5) Artikel 2, lid 3, van de verordening inleiding onderzoek bepaalt dat invoer niet behoeft te worden geregistreerd indien een douanecertificaat wordt overgelegd waarin wordt verklaard dat de betrokken invoer geen ontwijking inhoudt.

(5) Gemäß Artikel 2 Absatz 3 der Verordnung über die Einleitung sind Einfuhren, denen eine Bescheinigung der Zollbehörden beigefügt ist, aus der hervorgeht, dass diese Einfuhren keine Umgehung darstellen, von der zollamtlichen Erfassung zu befreien.


b) indien het betreft de erkenning en de tenuitvoerlegging van een beslissing die door het bevoegde gerecht van een lidstaat is gegeven op het grondgebied van een andere lidstaat, ook indien het betrokken kind zijn gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van een derde staat die geen partij is bij genoemd Verdrag.

b) in Fragen der Anerkennung und der Vollstreckung einer von dem zuständigen Gericht eines Mitgliedstaats ergangenen Entscheidung im Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats, auch wenn das betreffende Kind seinen gewöhnlichen Aufenthalt im Hoheitsgebiet eines Drittstaats hat, der Vertragspartei des genannten Übereinkommens ist.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'betrokken kind geen besmettingsgevaar inhoudt' ->

Date index: 2024-02-06
w