4. herhaalt zijn al lang bestaande verzoek aan de Commissie en de Raad om het Parlement de nodige tijd te geven - in geen geval minder dan vijf maanden - voor de uitoefening van zijn raadgevende rol, zoals omschreven in artikel 128, lid 2, van het Verdrag, tijdens de volledige herziening van de werkgelegenheidsrichtsnoeren, die normaal gezien zal plaatsvinden eind 2010;
4. bekräftigt seine seit langem bestehende Forderung an die Kommission und den Rat, dafür zu sorgen, dass dem Parlament bis zu der für Ende 2010 vorgesehenen vollständigen Überarbeitung der Beschäftigungsleitlinien die notwendige Zeit – auf keinen Fall weniger als fünf Monate – eingeräumt wird, um seiner beratenden Funktion gemäß Artikel 128 Absatz 2 des Vertrags gerecht zu werden;