3. De lidstaten bepalen dat alle in lid 2 bedoelde organen, organisaties of verenigingen, onafhankelijk van een klacht van een betrokkene, het recht hebben een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit in een lidstaat, indien zij van mening zijn dat er een inbreuk in verband met persoonsgegevens heeft plaatsgevonden.
3. Die Mitgliedstaaten sehen vor, dass Einrichtungen, Organisationen oder Verbände im Sinne des Absatzes 2 unabhängig von der Beschwerde einer betroffenen Person das Recht auf Beschwerde bei einer mitgliedstaatlichen Aufsichtsbehörde haben, wenn sie der Ansicht sind, dass der Schutz personenbezogener Daten verletzt wurde.