2. Indien de voorwerpen worden uitgeleend, verhuurd of overgedragen aan een persoon, een instelling of een organisatie, die krachtens de artikelen 67 en 68 voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde persoon, instelling of organisatie het voorwerp gebruikt voor doeleinden welke recht geven op deze vrijstelling.
(2) Bei Verleih, Vermietung, Veräußerung oder Überlassung an eine nach den Artikeln 67 und 68 zur abgabenfreien Einfuhr berechtigte Person, Einrichtung oder Organisation bleibt die Befreiung bestehen, sofern der Gegenstand von dieser Person, Einrichtung oder Organisation zu Zwecken benutzt wird, die Anspruch auf die Befreiung eröffnen.