4. In afwijking van lid 1 kan een Lid-Staat, zonder discriminatie op grond van de nationaliteit van de eigenaar en de identiteit van de luchtvaartmaatschappij, ongeacht of de luchtvaartmaatschappij de desbetreffende route reeds exploiteert of nog niet exploiteert, vóór 1 april 1997 de toegang tot de routes
op zijn grondgebied reguleren voor luchtvaartmaatschappijen waaraan hij overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2407/92 een vergunning hee
ft verleend, zonder anderszins afbreuk te doen aan de communautaire wetgeving en met name de mede
...[+++]dingingsregels.
(4) Ungeachtet des Absatzes 1 kann ein Mitgliedstaat vor dem 1. April 1997 ohne Diskriminierung aus Gründen der Staatsangehörigkeit des Eigentümers und der Identität des Luftfahrtunternehmens - gleichviel, ob dieses die betreffenden Strecken bereits bedient oder erst einen Antrag für diese Strecken gestellt hat - für Luftfahrtunternehmen, denen er eine Betriebsgenehmigung gemäß der Verordnung (EWG) Nr. 2407/92 erteilt hat, den Zugang zu Strecken innerhalb seines Hoheitsgebiets regeln; die sonstigen Rechtsvorschriften der Gemeinschaft, insbesondere die Wettbewerbsregeln, bleiben unberührt.