1. De bevoegde autoriteiten registreren de in artikel 10, lid 1, bedoelde controles, waarbij zij met name de aard en de resultaten van de controles aangeven, alsmede eventuele corrigerende maatregelen waarvan kennis wordt gegeven uit hoofde van artikel 10, lid 5.
(1) Die zuständigen Behörden führen Aufzeichnungen über die Kontrollen gemäß Artikel 10 Absatz 1, in denen insbesondere die Art und die Ergebnisse der Kontrollen sowie etwaige gemäß Artikel 10 Absatz 5 vorgeschriebene Abhilfemaßnahmen festgehalten werden.