3. De gebruiker van de in lid 2 bedoelde boekhoudmethode stelt de oorsprongsbewijzen op voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong uit de Unie kan worden beschouwd of vraagt om de afgifte van deze oorsprongsbewijzen zolang het systeem van de geregistreerde exporteurs nog niet van toepassing is.
(3) Der Begünstigte der Methode nach Absatz 2 fertigt für die Menge der Erzeugnisse, die als Ursprungserzeugnisse der Union angesehen werden können, Ursprungsnachweise aus bzw. beantragt bis zur Anwendung des Systems des registrierten Ausführers Ursprungsnachweise.