3. Behalve wanneer dat volgens het nationale recht niet mogelijk is, stelt het betrokken douanekantoor of de bevoegde autoriteit de merkhouder op zijn verzoek in kennis van de namen en adressen van de afzender, de importeur en de geadresseerde van de goederen waarvan vastgesteld is dat het namaakartikelen zijn, alsmede van de hoeveelheid van de betrokken goederen.
(3) Ausser in den Fällen, in denen die einzelstaatlichen Rechtsvorschriften dem entgegenstehen, teilt die betreffende Zollstelle oder die zuständige Behörde dem Zeicheninhaber auf Antrag den Namen und die Anschrift des Versenders, des Einführers und des Empfängers der als nachgeahmte Waren erkannten Waren sowie die Warenmenge mit.