Wordt er, met toepassing van de artikelen 14, 15 en 16, door afdanking of ontslagneming een einde gemaakt aan een aanstelling, dan worden de bij de inrichtende macht gepresteerde en tot deze aanstelling behorende dienstdagen niet in aanmerking genomen om de in lid 1 bedoelde dienstanciënniteit te berekenen, tenzij deze inrichtende macht het afgedankte personeelslid weer aanstelt of met toepassing van artikel 14, § 3, lid 4, de afdanking na advies van de raad van beroep niet bekrachtigt.
Wird eine Bezeichnung auf Grund einer Entlassung oder Kündigung in Anwendung der Artikel 14, 15 und 16 beendet, werden die zu dieser Bezeichnung gehörenden Diensttage beim Schulträger für die Berechnung des in Absatz 1 erwähnten Dienstalters nicht berücksichtigt, ausser wenn das Personalmitglied wieder bezeichnet wird oder der Schulträger in Anwendung von Artikel 14 § 3 Absatz 4 die Entlassung nach Gutachten der Einspruchskammer nicht bestätigt.