Vertaling van "Balansklasse " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

balansklasse
Bilanzklasse

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

2.4.1.2 Balansklasse 23 (installaties, machines en uitrusting) - balansklasse 24 (meubilair, materieel en rollend materieel) - balansklasse 25 (financiële leasing)
2.4.1.2 Bilanzklasse 23 (Maschinen, maschinelle Anlagen und Werkzeuge) - Bilanzklasse 24 (Betriebs- und Geschäftsausstattung sowie Fahrzeuge) - Bilanzklasse 25 (Finanzleasing)

in de resultatenrekening ofwel als meerwaarde (balansklasse 79), ofwel als waardevermindering (balansklasse 69) ingeschreven.
in der Gewinn- und Verlustrechnung entweder als Mehrwert (Bilanzklasse 79) oder Wertminderung (Bilanzklasse 69) auszuweisen.

2.2.2 Installaties, machines en uitrusting (balansklasse 23)
2.2.2 Maschinen, maschinelle Anlagen und Werkzeuge (Bilanzklasse 23)

2.2.3 Meubilair, materieel en rollend materieel (balansklasse 24)
2.2.3 Betriebs- und Geschäftsausstattung sowie Fahrzeuge (Bilanzklasse 24)

2.2.4.1 Financiële leasing : activering van het lease-object in de balans van de leasingnemer (balansklasse 25) De leasingnemer moet het lease-object activeren tegen de aanschaffings- of vervaardigingsprijs.
2.2.4.1 Finanzielles Leasing: Aktivierung des Leasing-Gegenstandes in der Bilanz des Leasing-Nehmers (Bilanzklasse 25): Der Leasing-Nehmer hat den Leasing-Gegenstand mit seinen Anschaffungs- oder Herstellungskosten zu aktivieren.

2.4 Waardering 2.4.1 Begrip De materiële vaste activa worden als volgt gewaardeerd : 2.4.1.1 Balansklasse 22 (terreinen en gebouwen) aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met planmatige afschrijvingen en eventuele herwaarderingsmeerwaarden of herwaarderingsminderwaarden; 2.4.1.2 Balansklasse 23 (installaties, machines en uitrusting) - balansklasse 24 (meubilair, materieel en rollend materieel) - balansklasse 25 (financiële leasing) aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met planmatige afschrijvingen en eventuele uitzonderlijke afschrijvingen; 2.4.1.3 Balansklasse 27 (vooruitbetalingen en vaste activa in aanbouw) aanschaffings- of vervaardigingsprijs.
2.4 Bewertung 2.4.1 Begriff Das Sachanlagevermögen wird wie folgt bewertet: 2.4.1.1 Bilanzklasse 22 (Grundstücke und Bauten) Anschaffungs- bzw. Herstellkosten abzüglich planmäßiger Abschreibungen und ggf. Neubewertungsmehr- oder Minderwerte; 2.4.1.2 Bilanzklasse 23 (Maschinen, maschinelle Anlagen und Werkzeuge) - Bilanzklasse 24 (Betriebs- und Geschäftsausstattung sowie Fahrzeuge) - Bilanzklasse 25 (Finanzleasing) Anschaffungs- bzw. Herstellkosten abzüglich planmäßiger Abschreibungen und ggf. Sonderabschreibungen; 2.4.1.3 Bilanzklasse 27 (Geleistete Anlagen und Anlagen im Bau) Anschaffungs- bzw. Herstellkosten.

12. Resultatenrekening : opbrengsten 12.1 Omzet (balansklasse 70) In deze balansklasse worden opbrengsten geboekt die door de verkoop van goederen of diensten ontstaan.
12. Ergebnisrechnung: Erträge 12.1 Umsatz (Bilanzklasse 70) In dieser Bilanzklasse werden Erträge verbucht, welche durch den Verkauf von Waren oder Dienstleistungen generiert wurden.

2.2.3 Meubilair, materieel en rollend materieel (balansklasse 24) Hieronder vallen : het voertuigenpark; de installaties voor gegevensverwerking; de communicatiesystemen; de kantoorinrichting; de boeken in openbare bibliotheken; 2.2.4 Leasing (huurfinanciering) De toerekening van het lease-object is afhankelijk van het soort overeenkomst waarvoor de partijen hebben geopteerd en van de werkelijke uitvoering daarvan.
2.2.3 Betriebs- und Geschäftsausstattung sowie Fahrzeuge (Bilanzklasse 24) Hier werden ausgewiesen: Fuhrpark; Datenverarbeitungsanlagen; Kommunikationsanlagen; Büroeinrichtungen; Bücher in öffentlichen Bibliotheken; 2.2.4 Leasing Die Zurechnung des Leasing-Gegenstandes ist von der von den Parteien gewählten Vertragsgestaltung und ihrer tatsächlicher Durchführung abhängig.

2.2.2 Installaties, machines en uitrusting (balansklasse 23) De hier onder te brengen vermogensbestanddelen dienen voornamelijk voor de activiteiten van de instellingen.
2.2.2 Maschinen, maschinelle Anlagen und Werkzeuge (Bilanzklasse 23) Die hier auszuweisenden Vermögensgegenstände dienen grundsätzlich den Aktivitäten der Einrichtungen.