Met ingang van 1 juli 2005 wordt het minimumbedrag voor de werkloosheidsuitkering als bedoeld in artikel 96, lid 3, tweede alinea, van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden vastgesteld op 904,26 EUR en het maximumbedrag op 1 808,51 EUR, en wordt het vaste bedrag dat moet worden afgetrokken, vastgesteld op 822,06 EUR.
Mit Wirkung vom 1. Juli 2005 wird die Untergrenze für das Arbeitslosengeld gemäß Artikel 96 Absatz 3 Unterabsatz 2 der Beschäftigungsbedingungen für die sonstigen Bediensteten auf 904,26 EUR, die Obergrenze auf 1 808,51 EUR und der Pauschalabschlag auf 822,06 EUR festgesetzt.