Traduction de «manque de nourriture » (Français → Néerlandais) :

Non par manque de nourriture, -- car il y avait en fait un excédent de nourriture dans les régions fertiles au sud du pays, mais parce que les habitants du nord n'avaient pas accès ou n'avaient pas droit à cette nourriture.
Niet omdat er niet genoeg voedsel was -- want er was een overschot aan voedsel in de vruchtbare zuidelijke delen van het land -- maar omdat in het noorden de mensen geen toegang kregen tot dat voedsel.

Après plus de deux mois en mer, les hommes ont manqué de nourriture comme ils l'avaient pensé, et ils étaient encore assez loin des terres.
Na meer dan twee maanden op zee zaten ze zonder voedsel, wat ze hadden zien aankomen. Ze waren nog steeds ver van land.

De façon comparable, le Japon, au début de la guerre, suffirait d'un peur de manque de nourriture car son secteur d'agriculture était entrain d'avoir de trouble à grossir avec la population du pays.
Ook Japan was in het begin van de oorlog aan het lijden door angst voor een voedseltekort, omdat hun landbouwsector de populatiegroei niet bij kon houden.

Ces tribus-ci n'étaient pas plus malignes ou plus douées pour domestiquer. L'Ancien Monde avait plus d'animaux de valeur et faciles à utiliser. Avec des chiens, gérer les moutons et le bétail est plus simple. Les humains ont alors un ami pour garder un œil sur l'usine à vêtements, et sur le lait et les cheeseburgers, et les tireurs de charrue. Cultiver est plus facile, donc il y a plus de bénéfices à être sédentaire, ce qui signifie plus de domestications, donc plus de nourriture, soit plus de gens et plus de densités et - oh, regardez où l'on va. Grande ville, beaucoup de gens, amenez vos animaux, les pestes sont les bienvenues. Voilà la réponse en entier. Le manque d'animaux du Nouveau Monde à domestiquer, limita non seulement l'exposition aux sources de germes, mais en plus la production de nourriture, et par le même coup la croissance démographique, et donc les villes - ce qui rendait les pestes sur ce continent une quasi-impossibilité. De l'autre côté, c'était exactement l'inverse. Ainsi, il y eut un continent remplit de pestes, et un autre vierge d'elles.
Deze vroege stammen waren niet slimmer, of beter in temmen. De oude wereld had waardevollere en makkelijkere dieren. Met honden werd het hoeden van schapen en veel makkelijker. Nu hadden mensen een vriendje om een oogje te houden op de klerenfabriek en melk- en cheeseburger-machine, en de ploeg-trekker. Nu is de landbouw makkelijker, wat betekent dat er een groter voordeel is in blijven, wat leidt tot meer temming, wat meer eten betekent, wat betekent meer mensen en meer dichtheid en oh, kijk waar we heen gaan: Stadsdam. Bevoling: veel, breng je dieren, plagen welkom. Dat is het volledige antwoord: het tekort aan dieren om te temmen in de nieuwe wereld beperkte niet alleen de blootstelling aan ziektekiemen, maar ook gelimiteerd voedselproductie, en daarmee een gelimiteerd bevolking, welke steden limiteerde, waardoor plagen in de nieuwe wereld bijna onmogelijk waren. In de oude, precies omgekeerd. En daarom een continent vol plagen en een continent zonder enige.

Et le manque de ressources, ou d'accès à une nourriture saine et abordable créent un risque encore plus grand dans les communautés défavorisées.
Weinig middelen en een gebrek aan toegang tot gezond en betaalbaar eten, zorgt voor een nog groter risico in achtergebleven gemeenschappen.