Traduction de «je détestais » (Français → Néerlandais) :

C'était là où on traînait, où on regardait la télé, donc, à chaque fois que j'allais de ma chambre à la salle de bains, tout le monde me regardait. A chaque fois que je prenais une douche et revenais avec ma serviette, tout le monde me regardait. Et je ressemblais à ça. Je me sentais bizarre, mal à l'aise, et je détestais ça. Je détestais ce trajet, je détestais ce balcon, je détestais cette chambre, je détestais cette maison.
Daar zat iedereen altijd en keken we tv. Dus telkens als ik van mijn slaapkamer naar de badkamer liep, kon iedereen me zien en telkens als ik douchte en terugliep in een handdoek kon iedereen me zien. Zo zag ik eruit. Ik was vreemd, onzeker en ik baalde ervan. Ik had een hekel aan die overloop, een hekel aan die kamer en een hekel aan dat huis.

Je devais faire ce qui me semblait une interminable répétition d'exercices avec ces gros élastiques - de différentes couleurs - vous savez, pour aider à construire les muscles de mes jambes. Et je détestais ces élastiques plus que tout. Je les détestais, je les insultais. Je les haïssais.
Ik moest een bijna ontelbaar aantal herhalende oefeningen doen met van die dikke elastieken -- verschillende kleuren -- om mijn beenspieren op te bouwen. Ik haatte die elastieken meer dan alles. Ik haatte ze, gaf ze namen. Ik haatte ze.

Vous ne voulez pas le croire, mais je n'ai pas de raison de mentir : je détestais la voiture, je détestais les jouets en caoutchouc, je n'aimais pas vos amis et encore moins votre famille.
Je zult het niet geloven, maar ik hoef niet te liegen: ik haatte de auto, haatte de rubberen speeltjes, had een hekel aan je vrienden, en het ergste: je familie.

De 15 à 18 ans, je me suis détesté parce que je devenais ce que je détestais: une brute qui persécute les autres.
Tussen mijn 15de en mijn 18de haatte ik mezelf omdat ik geworden was wat ik verafschuwde: een pestkop.

En fait, plus je cartographie et j'étudie les grottes, plus je trouve que les mathématiques sont utiles alors qu'à l'origine je détestais ça à l'école.
Hoe meer kaarten ik maakte van grotten, hoe nuttiger ik wiskunde ging vinden terwijl ik het op school altijd haatte.

Mais ensuite il est revenu, et des choses se sont passées, et j'ai décidé que je détestais vraiment ce que j'écrivais, je trouvais ça terrible, de la prose à l'eau de rose terrible.
Maar toen kwam hij terug en er gebeurden dingen, en ik besloot dat ik mijn schrijfsels haatte. Dat het afschuwelijk wollig proza was.

Ça voulait dire aussi que je devais découvrir ce que je détestais dans la médecine.
Ik moest er dus ook achter komen wat ik aan geneeskunst haatte.

Je n'étais même pas capable de faire la figure la plus simple. Mais pour moi, c'était normal parce que j'étais maladroit et je détestais tous les sports.
De eenvoudigste truc lukte me niet eens, maar het voelde heel natuurlijk, omdat ik niet handig was en ik alle sporten haatte.

Etant enfant, je détestais devoir porter le pyjama indien « Kurta » parce que ça ne me semblait pas cool.
Als kind haatte ik het deze Indiase Kurta pyjama te moeten dragen. Ik vond het niet cool.

Mon ventre – c’est mon ventre que je détestais.
Althans, mijn buik -- ik haatte mijn buik.